V4 H4 Kruisingen

V4 H4 Kruisingen

12th Grade

5 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Stofwisseling en verbranding

Stofwisseling en verbranding

1st - 12th Grade

10 Qs

Anatomie H14 de huid DP0A

Anatomie H14 de huid DP0A

KG - Professional Development

9 Qs

Diagnostische toets Bloedsomloop

Diagnostische toets Bloedsomloop

12th Grade - Professional Development

10 Qs

5HV zoek het zelf uit! (verteringsstelsel-binas-quiz)

5HV zoek het zelf uit! (verteringsstelsel-binas-quiz)

10th - 12th Grade

10 Qs

Frontale kwab

Frontale kwab

KG - Professional Development

6 Qs

1.1 Organismen ordenen - 3B

1.1 Organismen ordenen - 3B

12th Grade

7 Qs

Cardio

Cardio

12th Grade

6 Qs

D-Toets voedingsstoffen (vitaminen & mineralen)

D-Toets voedingsstoffen (vitaminen & mineralen)

9th - 12th Grade

10 Qs

V4 H4 Kruisingen

V4 H4 Kruisingen

Assessment

Quiz

Biology

12th Grade

Hard

Created by

Zora Sinay

Used 1+ times

FREE Resource

5 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Bert en Marieke willen graag een kind, maar beide zijn ze drager van een recessief allel dat een ernstige spierziekte kan veroorzaken. Wat is de kans dat hun kindje de ziekte krijgt?

100%

75%

50%

25%

0%

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Sikkelcelanemie is een ziekte waarbij de rode bloedcel de vorm krijgt van een sikkel (zie afbeelding). Iemand die drager is van het gen, heeft deels normale rode bloedcellen en deels sikkelvormige rode bloedcellen. Welke term beschrijft het allel voor de sikkelvormige rode bloedcellen het best?

Dominant

Onvolledig dominant

Co-dominant

Recessief

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

3 mins • 1 pt

Bekend is dat bij een plantensoort de bloemkleur bepaald wordt door twee genen A en B die niet op hetzelfde chromosoom liggen. Als in een plant van een van beide genen een of meer dominante allelen voorkomen, is de bloedkleur rood. Alleen de dubbel homozygoot recessieve planten hebben witte bloemen.

Bij een kruising tussen een plant met rode bloemen en een met witte bloemen ontstaat een F1 die ook bestaat uit planten met rode en planten met witte bloemen in verhouding rood : wit = 1 : 1. Welke van de onderstaande mogelijkheden geeft het genotype van de ouders weer?

AABb x aaBB

Aabb x aaBb

AaBb x aabb

Aabb x aabb

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Een bepaalde plantensoort heeft drie allelen voor bloemkleur: onvolledig dominant allel voor rood Er, onvolledig dominant allel voor blauw Eb en recessief allel voor wit e. Een plant met het genotype Er en Eb heeft paarse bloemen. Er zijn bij deze planten soort twee allelen voor bloemgrootte: dominant allel voor grote bloemen G en recessief allel voor kleine bloemen g.

Een kruising van twee individuen levert talrijke nakomelingen op met acht verschillende fenotypen: 75% van de nakomelingen is grootbloemig. Wat zijn de fenotypen van de met elkaar gekruiste individuen?

Paarse grootbloemige plant en paarse grootbloemige plant

Paarse grootbloemige plant en witte kleinbloemige plant

Rode grootbloemige plant en blauwe grootbloemige plant

Rode grootbloemige plant en witte kleinbloemige plant

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Allel E voor een bruine vacht is dominant over allel e voor een zwarte vacht. Allel G voor een gevlekte vacht is dominant over allel g voor een effen vacht. Beide genen liggen op hetzelfde chromosoom en erven dus gekoppeld over. Een man en een vrouw met op het ene chromosoom EG en op het andere chromosoom eg krijgen 24 kinderen. Hoeveel kinderen hebben een bruine, effen vacht?

24

18

12

6

0