Nederlands in actie H1

Wat is belangrijker voor jou, een goed ... of een leuke baan?
(Er zijn meer antwoorden goed, klik ze allemaal aan)

• salaris

• inkomen

• werk

We testen de medicijnen in een laboratorium en .... testen we ze bij mensen.
Er zijn meer woorden goed, klik ze allemaal aan.

• vervolgens

• dan

• ervoor

• daarna

In deze baan heb je veel contact met klanten. Je kleding moet dus ... zijn.
Klik twee goede antwoorden aan.

• netjes

• keurig

• schone

• dure

In dat deel van het land kun je makkelijk een baan vinden, .... dat heb ik gehoord.

• minstens

• tenminste

• minimaal

Zet in de goede volgorde.

• niet

• om

• Daar

• mij

• gaat het

Zet in de goede volgorde.

• gezien

• voor

• Dan

• ik het

• houd

Tijdens mijn ... in de apotheek leerde ik veel over medicijnen.

• stagiair

• stage

• banen

• werken

Het maakt niet​ (a)   ... wanneer ik vakantie neem. Elke periode is goed ​ (b)   .. mij.

• uit
• aan
• voor
• door

Volgende week gaan we ​ (a)   ... buren het parkje schoonmaken. Zo dragen we bij ​ (b)   ... een schone stad.

• met
• voor
• aan
• in

Hij is vandaag ​ (a)   ... een dag secretaresse. De dag ​ (b)   ... werkte hij als bakker

• voor
• bij
• ervoor
• erna