Bullish_Bearish

Bullish_Bearish

2nd Grade

9 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

voorbereiding module toets

voorbereiding module toets

2nd Grade

11 Qs

Tio International Business Landscape 1 WEEK 1

Tio International Business Landscape 1 WEEK 1

1st - 3rd Grade

4 Qs

Hoofdstuk 3 werkloos

Hoofdstuk 3 werkloos

1st - 2nd Grade

9 Qs

Les 7 Sales Active Learning - Finance

Les 7 Sales Active Learning - Finance

1st - 5th Grade

5 Qs

ondernemersvormen

ondernemersvormen

KG - 11th Grade

10 Qs

Rekenboekje H3+5

Rekenboekje H3+5

KG - 5th Grade

7 Qs

Quarantaine klassement 5v 3 april

Quarantaine klassement 5v 3 april

1st - 5th Grade

9 Qs

7.2 actief op de arbeidsmarkt

7.2 actief op de arbeidsmarkt

2nd Grade

5 Qs

Bullish_Bearish

Bullish_Bearish

Assessment

Quiz

Business

2nd Grade

Hard

Created by

ESJ GSR

Used 4+ times

FREE Resource

9 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

10 sec • 1 pt

Welke van de volgende factoren wordt NIET tot de productiefactoren gerekend?

Natuur

Ondernemer-schap

Beleid

Arbeid

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welke sector is de MediaMarkt vooral actief?

Primair

Secundair

Tertiair

Quartair

3.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

De hoeveelheid goederen en diensten die een werknemer binnen een bepaalde tijd (bijvoorbeeld een uur) kan produceren, heet

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Wie heeft de hoogste productiviteit?

Max: 6 stoelen in 5 uur.

Ellen: 24 stoelen in 20 uur

Mark: 14 stoelen in 13 uur

Jessica: 18 stoelen in 12 uur

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Wie heeft de hoogste productiviteit?

Max: 6 stoelen (verkoopwaarde: € 400 per stuk) in 5 uur.

Ellen: 24 stoelen ( verkoopwaarde: € 410 per stuk) in 20 uur

Mark: 14 stoelen (verkoopwaarde: € 450 per stuk) in 13 uur

Jessica: 18 stoelen (verkoopwaarde: € 300 per stuk) in 12 uur

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welke van de volgende situaties hoort NIET bij hoogconjunctuur?

Werkloosheid

Inflatie

Groei van hoeveelheid spaargeld

Koersstijging aandelen

7.

WORD CLOUD QUESTION

1 min • Ungraded

Op welke manieren kan een bedrijf de arbeidsproductiviteit vergroten?

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welke van de volgende situaties hoort bij laagconjunctuur?

Veel investeringen

Lagere staatsschuld

Lagere belastinginkomsten

Lage werkloosheid

9.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welke stelling(en) is/zijn juist?
Stelling 1: Stefan verliest zijn baan omdat zijn bedrijf minder klanten heeft;

Stelling 2: Marja verliest haar werk omdat haar werk overgenomen wordt door AI;

In beide gevallen is sprake van conjuncturele werkloosheid

Stelling 1 is conjuncturele werkloosheid; 2 is structurele werkloosheid

Stelling 1 is structurele werkloosheid; 2 is conjuncturele werkloosheid

In beide gevallen is sprake van structurele werkloosheid