Contact! Nieuw 1 H13 Ziek recap

de assistent vraagt ..... mijn klachten

• aan

• over

• naar

• bij

Ik heb veel last .... hoofdpijn

• van

• over

• in

• met

Hallo, ik bel ... het maken van een afspraak ... mijn zoon.

• om -van

• voor - van

• om - voor

• voor - voor

Wat is er ... de hand?

• met

• aan

• op

• van

Answer explanation

that's the expression:

aan de hand zijn

mijn dochter is gisteren van haar fiets ...

• valt

• gevallen

• vallen

• val

Answer explanation

gevallen = participle

together with auxiliariy = present perfect

gevallen zijn:

ik ben gevallen

etc..

ik heb spierpijn

• 
• 
• 
• 

Answer explanation

spier(en) = muscle(s)

ik heb last van mijn rug

• 
• 
• 
• 

Zij .... last van haar voeten.

• bent

• is

• hebt

• heeft

Don't use your hand for 2 weeks. (2 possible answers)

• U mag uw hand 2 weken niet gebruiken.

• U kunt het beste uw hand 2 weken niet gebruiken.

• U kunt uw hand 2 weken niet gebruiken.

• U moet uw hand 2 weken rust geven.

Answer explanation

u kunt = you can.

u mag = you may not =

u moet niet = you mustn't

He'd best go to bed earlier.

• Hij kan het beste vroeg gaan slapen

• Hij mag best wat vroeger gaan slapen

• Hij moet vroeger gaan slapen

• Hij kan beter wat vroeger gaan slapen

Answer explanation

a = early instead of earlier . otherwise okay.

b = it's okay if he went to bed earlier

c = he must (to imperative)

d = okay