GL (6e ed.) 3V Chapitre 1, Sources A-D

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over ... ?

• een werkwoord

• een bijwoord

• een zelfstandig naamwoord

• een lidwoord

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord: Mes parents sont très ...

• sportif

• sportifs

• sportive

• sportives

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord: Paul est amoureux d’Amélie mais elle n’est pas ... de Paul.

• amoureux

• amoureuse

• amoureuses

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord: Un petit boulot est une ... expérience.

• bon

• bons

• bonne

• bonnes

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord: La voiture de mon père est vieille et ...

• dangereux

• dangereuse

• dangereuses

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord: J’ai deux ... ordinateurs.

• nouveau

• nouveaux

• nouvelle

• nouvelles

• nouvel

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord: Elles sont très ... sur la photo.

• heureux

• heureuse

• heureuses

Ce sont des filles ... (sportieve)

• sportif

• sportive

• sportifs

• sportives

Het bijvoeglijk naamwoord "grand" komt ... het zelfstandig naamwoord.

• voor

• na

Het bijvoeglijk naamwoord "joli" komt ... het zelfstandig naamwoord.

• voor

• na