Quiz 2.6 DNA, Genen en Chromosomen

Wat is het verschil tussen genen en DNA?

• Genen zijn alleen aanwezig in de eicellen.

• DNA komt alleen voor in de hersenen.

• DNA is een soort code, genen zijn stukjes DNA.

• Genen zijn groter dan DNA.

Hoeveel chromosomen heeft een normaal menselijk lichaam?

• 48 chromosomen

• 46 chromosomen

• 23 chromosomen

• 50 chromosomen

Wat bepaalt het genetisch geslacht van een baby?

• De combinatie van chromosomen van de ouders.

• De plaats van de bevruchting.

• De leeftijd van de ouders.

• De gezondheid van de moeder.

Wat is een gen?

• Een stukje DNA dat een kenmerk beschrijft.

• Een soort chromosoom.

• Een ziekte die erfelijk is.

• Een celtype in het lichaam.

Wat gebeurt er bij de bevruchting?

• De eicel en zaadcel smelten samen.

• De genen worden gemuteerd.

• De eicel deelt zich in tweeën.

• De chromosomen worden verdubbeld.

Hoeveel genen zijn er in totaal geschat in het menselijk genoom?

• 25.000 genen

• 15.000 genen

• 10.000 genen

• 20.000 genen

Wat is gonadaal geslacht?

• Het geslacht dat je gedrag beïnvloedt.

• Het geslacht dat je uiterlijk bepaalt.

• Het geslacht dat verwijst naar je geslachtsklieren.

• Het geslacht dat je genetisch hebt.

Wat is fenotypisch geslacht?

• Het geslacht dat je DNA bepaalt.

• Het geslacht dat je genitaliën en secundaire geslachtskenmerken beschrijft.

• Het geslacht dat verwijst naar je geslachtsklieren.

• Het geslacht dat je genetisch hebt.

Wat beïnvloedt ook wie je bent naast je genen?

• Je ervaringen en leefstijl.

• Je vrienden.

• Alleen je ouders.

• Je woonplaats.

Hoeveel paren chromosomen heeft een normaal menselijk lichaam?

• 24 paren

• 23 paren

• 22 paren

• 25 paren