H4 No place like home grammar quizs

H4 No place like home grammar quizs

1st Grade

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Thanksgiving

Thanksgiving

8th - 10th Grade

10 Qs

Feit of mening?

Feit of mening?

University

11 Qs

RANDOM DINGEN

RANDOM DINGEN

1st Grade

11 Qs

quiz word orde

quiz word orde

1st Grade

10 Qs

BK NI-3rd grammatica unit 1

BK NI-3rd grammatica unit 1

1st Grade

11 Qs

HV3 Unit 5 Lesson 1 - grammar

HV3 Unit 5 Lesson 1 - grammar

3rd Grade

6 Qs

Phrases in writing 1F quiz Jan

Phrases in writing 1F quiz Jan

1st Grade

10 Qs

past simple and past continuous

past simple and past continuous

5th - 9th Grade

6 Qs

H4 No place like home grammar quizs

H4 No place like home grammar quizs

Assessment

Quiz

English

1st Grade

Hard

Created by

Wayground Content

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wanneer gebruik je het lidwoord "an"

Als je een medeklinker hoort

Als je een klinker hoort

Als je een lettergreep hoort

Als je een cijfer hoort

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wanneer gebruik je het lidwoord "the"

Bij een algemeen onderwerp

Iets specifiek, als er maar eentje van is en bij geografische punten

Altijd aan het begin van een zin

Bij meervoudige onderwerpen

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wanneer gebruik je de imperative

Als iemand iets wel of juist niet moet doen

Als iemand iets moet zeggen

Als iemand iets moet vragen

Als iemand iets moet vergeten

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wanneer gebruik je de present simple

Als iets een feit of gewoonte is

Als iets in de toekomst gebeurt

Als iets in het verleden is gebeurd

Als iets een emotie uitdrukt

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wanneer gebruik je het lidwoord "a"

Als je een medeklinker hoort

Als je een klinker hoort

Als het woord eindigt op een medeklinker

Als het woord eindigt op een klinker

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wanneer gebruik je de present continuous?

Wanneer iets nu bezig is

Wanneer iets in de toekomst gebeurt

Wanneer iets in het verleden is gebeurd

Wanneer iets altijd waar is

Discover more resources for English