Herhaling Over Taal blok 4 en 5 leerjaar 2

Herhaling Over Taal blok 4 en 5 leerjaar 2

9th - 12th Grade

25 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Les parties du corps et les maladies

Les parties du corps et les maladies

9th - 12th Grade

20 Qs

2 havo: het bijvoeglijk naamwoord

2 havo: het bijvoeglijk naamwoord

9th Grade - University

26 Qs

Le futur simple

Le futur simple

1st - 12th Grade

20 Qs

Français 1

Français 1

10th Grade

20 Qs

Le week-end dernier, choose the correct verb

Le week-end dernier, choose the correct verb

6th - 9th Grade

20 Qs

5e - Le futur de l'indicatif

5e - Le futur de l'indicatif

KG - 10th Grade

20 Qs

Questionnaire Adomania 3ème Année

Questionnaire Adomania 3ème Année

9th Grade

20 Qs

Kleidung und Farbe

Kleidung und Farbe

11th Grade

20 Qs

Herhaling Over Taal blok 4 en 5 leerjaar 2

Herhaling Over Taal blok 4 en 5 leerjaar 2

Assessment

Quiz

World Languages

9th - 12th Grade

Hard

Created by

Cheyenne Baanvinger

Used 1+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

25 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat zijn schooltaalwoorden?

Woorden die je alleen op het schoolplein gebruikt

Woorden die je bij alle vakken op school nodig hebt

Woorden die je thuis gebruikt

Woorden uit een andere taal

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat doe je als je een moeilijk woord in een tekst tegenkomt?

Je slaat het over

Je vraagt het aan een klasgenoot

Je gebruikt het stappenplan moeilijke woorden

Je verzint zelf een betekenis

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is een voorbeeld van een schooltaalwoord?

Chill

Samenvatten

Pizza

Appje

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waarom zijn schooltaalwoorden belangrijk?

Ze maken je populair

Ze helpen je teksten beter begrijpen

Ze zijn grappig

Ze zijn makkelijk

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat hoort NIET bij het stappenplan moeilijke woorden?

Lees de zin opnieuw

Zoek het woord op

Raad het zonder context

Kijk naar de rest van de zin

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist?

Hij is even groter dan zijn broer

Hij is groter als zijn broer

Hij is groter dan zijn broer

Hij is even groot dan zijn broer

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin gebruikt de stellende trap met 'als'?

Zij is aardiger dan haar zus

Zij is even aardig als haar zus

Zij is het aardigst

Zij is niet zo aardig dan haar zus

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?