Quizs De middeleeuwse stad MEMO paragraaf 5.1 en 5.2

Wie gaf een stad stadsrechten?

• landheer

• de Paus

• De bisschop

• de rentmeester

Wat was de hoogste titel in het gilde?

• meester
• gezel
• knecht
• leerling

Wat was een voordeel voor een heer om een stad stadsrechten te geven?

• Hij hoefde zich dan niet meer met de stad te bemoeien.

• Hij kreeg dan meer macht in de stad.

• Hij verdiende daar geld aan.

Bij ontginnen van woeste gronden lieten kloosters en domeinheren bossen aanleggen.

• Juist

• Onjuist

Vanaf welk jaar begon de samenleving in Noordwest-Europa te veranderen en kwamen er meer steden?

• 900

• 1000

• 1100

• 1200

De gilde bepaalde:

• met wie je ging trouwen

• de hoeveelheid ingrediënten je moest gebruiken

• hoe laat je naar bed moest

Wat is NIET een stadsrecht

• Bouwen van een stadsmuur

• Bestuur van de stad

• Geld aan de heer geven voor zijn hofhouding

• Markt houden

Omdat er in het jaar 1000 meer werd verdiend met de opbrengst van de landbouw, groeide de bevolking.

• waar
• niet waar

Wat was het gevolg van het landbouwoverschot op het platteland na 1000?

• Het landbouwoverschot werd geruild op de markt in de stad voor producten. Er ontstond zo meer handel in de stad.

• De boeren werden door het voedseloverschot sterker en kwamen in opstand tegen hun leenheren.

• Door een groot tekort aan boeren kon veel voedsel niet verwerkt worden waardoor er hongersnoden ontstonden na het jaar 1000.

• Veel burgers in de steden trokken naar het platteland om ook boer te worden.

Door welke nieuwe landbouwtechnieken steeg de voedselproductie?

• De ijzeren hark, het drieslagstelsel en het halsjuk

• De ijzeren ploeg, het tweeslagstelsel en het halster.

• De ontginningen, het tweeslagstelsel en het halster

• De ijzeren ploeg, het drieslagstelsel en het halsjuk