oefenen kruisingen havo 4

oefenen kruisingen havo 4

KG - University

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

H2 Thema 5 basisstof 2

H2 Thema 5 basisstof 2

10th Grade

12 Qs

voortplanting

voortplanting

KG - 1st Grade

20 Qs

Ecologie 1

Ecologie 1

2nd Grade

18 Qs

Erfelijkheid bs 1, 2 en 3

Erfelijkheid bs 1, 2 en 3

1st - 4th Grade

20 Qs

Kennisbasis deel 1

Kennisbasis deel 1

10th - 11th Grade

20 Qs

Erfelijkheid 4V

Erfelijkheid 4V

10th Grade

10 Qs

4V erfelijkheid, gemaakt door 4V

4V erfelijkheid, gemaakt door 4V

10th - 11th Grade

20 Qs

Erfelijkheid

Erfelijkheid

3rd Grade

15 Qs

oefenen kruisingen havo 4

oefenen kruisingen havo 4

Assessment

Quiz

Biology

KG - University

Hard

Created by

Dominique Koning

Used 20+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Een recessieve afwijking bij de mens is de erfelijke doofstomheid. De eigenschap is niet X-chromosomaal.
Hoe groot is de kans op het ontbreken van deze afwijking bij de kinderen uit een huwelijk van twee mensen die heterozygoot zijn voor deze eigenschap?
3/4
1/3
1/4
1/2

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

De bloemkleur wordt bepaald door één gen dat niet X-chromosomaal is. Twee planten van dezelfde soort met rode bloemen worden gekruist. De nakomelingschap (F1) bestaat uit planten met rode en planten met witte bloemen.
Welk deel van de F1-planten is heterozygoot?
1/4
1/2
allemaal
3/4

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Jan heeft sproeten en zijn ouders hebben dat niet. Het wel of niet hebben van sproeten is erfelijk en wordt bepaald door één gen dat niet X-chromosomaal is.
Wat is het genotype van Jan? En wat is het genotype van zijn ouders?
 
Jan is Aa en zijn ouders zijn Aa x aa of Aa x Aa.
Jan is Aa en zijn ouders zijn AA x aa.
Jan is aa en zijn ouders zijn Aa x Aa.
Jan is aa en zijn ouders zijn Aa x aa of Aa x Aa.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

De oorlengte bij konijnen wordt bepaald door één gen dat niet X-chromosomaal is. Men kruist twee konijnen met korte oren. Bij de nakomelingen zijn dieren met korte en dieren met lange oren.
Welk deel van de nakomelingen heeft lange oren?
 
1/2
1/3
1/4
3/4

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Bij Drosophila is het allel voor gewone lichaamskleur dominant over het allel voor een zwarte lichaamskleur. Het gen is niet X-chromosomaal. Twee vliegen werden gekruist en kregen 99 gewone en 32 zwarte nakomelingen.
Wat is het genotype van de ouders? En wat is het fenotype van de ouders?
genotype: Aa x Aa en fenotype: gewoon x gewoon
genotype: Aa x aa en fenotype: gewoon x zwart
genotype: AA x aa en fenotype: gewoon x zwart
genotype: Aa x Aa en fenotype: zwart x zwart

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Het allel voor kleurenblindheid is X-chromosomaal en recessief.
Kan een jongen het allel voor kleurenblindheid van zijn vader erven? En van zijn moeder?
alleen van zijn vader
alleen van zijn moeder
van zowel zijn vader als zijn moeder

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

5 mins • 1 pt

Bij Drosophila komt onder andere het allel 'vleugels zonder dwarsaders' voor. Dit allel is X- chromosomaal en recessief. Een vrouwtje met vleugels zonder dwarsaders wordt gekruist met een mannetje met normale vleugels. De F1-individuen die hieruit ontstaan, worden onderling gekruist en er ontstaat een F2.
Hoeveel % van de vrouwtjes uit de F2 heeft vleugels zonder dwarsaders?
50%
100%
25%
0%

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?

Discover more resources for Biology