Bedrijvende en lijdende vorm

Maak de volgende zin opnieuw met 'worden'. De kinderen lezen de Donald Duck's.

• De Donald Duck's lezen de kinderen.
• De Donad Duck's worden gelezen door de kinderen.
• Donald Duck leest de kinderen voor.
  
• De kinderen worden gelezen door Donald Duck.

Maak de volgende zin opnieuw met 'worden'.Morgen houdt Olaf een spreekbeurt.

• Morgen wordt een spreekbeurt gehouden.
• Morgen wordt een spreekbeurt door Olaf gehouden.
• Morgen wordt Olaf door een spreekbeurt gehouden.
• Olaf gaat morgen een spreekbeurt houden.

Maak de volgende zin opnieuw met 'worden'.
De juf bespreekt de gemaakte sommen.

• De juf besprak de gemaakte sommen.
• De juf wordt besproken door de gemaakte sommen.
• De gemaakte sommen bespreekt de juf.
• De gemaakte sommen worden door de juf besproken.

Maak de volgende zin opnieuw met 'worden'.
Mijn tante maakt vaak lekkere hapjes.

• Mijn tante maakte gisteren lekkere hapjes.
• Lekkere hapjes worden vaak door mijn tante gemaakt.
• Mijn tante wordt vaak door lekkere hapjes gemaakt.
• Gisteren maakt mijn tante lekkere hapjes.

Maak de volgende zin opnieuw met 'worden'.
Harrie schopt de bal in het doel.

• De bal wordt door Harrie in het doel geschopt.
• Harrie trapt de bal in het doel.
• Harrie wordt door de bal in het doel getrapt.
• Het doel wordt door Harrie geschopt.

Maak de volgende zin bedrijvend (zonder worden).De boterham wordt opgegeten door de leeuw.

• De boterham eet de leeuw op.
• De boterham wordt opgegeten.
• De leeuw eet de boterham op.
• De leeuw wordt opgegeten door de boterham.

Maak de volgende zin bedrijvend (zonder worden).
De smurfen worden gepakt door Gargamel.

• De smurfen pakken Gargamel.
• De smurfen smurfen Gargamel in het bos.
• Gargamel eet de smurfen op.
• Gargamel pakt de smurfen.

Maak de volgende zin bedrijvend (zonder worden).
Het voetbalteam wordt begeleid door de coach.

• De coach begeleidt het voetbalteam.
• Het voetbalteam begeleidt de coach.
• De coach wordt begeleid door het voetbalteam.
• De coach begeleidt veel teams.

Maak de volgende zin bedrijvend (zonder worden).De politie werd gearresteerd door de boef.

• De boef arresteert de politie.
• De politie arresteert de boef.
• De politie arresteerde mij gisteren.
• De boef arresteert de boef.

Maak de volgende zin bedrijvend (zonder worden).
De nieuwe speelplaats wordt officieel geopend door mij.

• De nieuwe speelplaats gaat officieel open.
• Ik open officieel de nieuwe speelplaats.
• Ik open een blikje cola.
• De nieuwe speelplaats opent officieel snel.