grammatica blok 4, v2v

grammatica blok 4, v2v

2nd - 3rd Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Koppelteken en trema

Koppelteken en trema

1st - 3rd Grade

15 Qs

AT2 Hoofdzin / bijzin / enkelvoudige zin

AT2 Hoofdzin / bijzin / enkelvoudige zin

KG - University

15 Qs

taalverzorging spelling H6 / klas 3 / NN6

taalverzorging spelling H6 / klas 3 / NN6

3rd Grade

12 Qs

Les 61

Les 61

1st - 12th Grade

10 Qs

Telwoord en Bijwoord

Telwoord en Bijwoord

KG - Professional Development

10 Qs

Grammatica enkelvoudige en samengestelde zinnen; havo2

Grammatica enkelvoudige en samengestelde zinnen; havo2

2nd Grade

12 Qs

woordsoorten

woordsoorten

1st - 12th Grade

10 Qs

Hoofdletters

Hoofdletters

1st - 2nd Grade

10 Qs

grammatica blok 4, v2v

grammatica blok 4, v2v

Assessment

Quiz

Other

2nd - 3rd Grade

Medium

Created by

Sarah Mollink

Used 6+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welke bewering is niet waar:

Samengestelde zinnen hebben meer dan 1 persoonsvorm.

Samengestelde zinnen hebben meer den 1 onderwerp.

Samengestelde zinnen zijn zinnen waar je de vraagproef niet op kunt toepassen.

Samengestelde zinnen bevatten woorden als: kastdeurtje, koelkast, hoofddeksel, Koninginnedag.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Een hoofdzin is een zin:

Waar onderwerp en persoonsvorm naast elkaar staan en ook niet uit elkaar komen te staan als je er zelf bijwoordelijke bepalingen aan toevoegt (zoals: niet), bijvoorbeeld: Ik sta hier goed.

Het deel van de zin dat voor het voorwoord staat.

Het deel van de zin dat na het voegwoord staat.

De zin die iets zegt over de andere zin in de samengestelde zin.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Een bijzin is:

Het deel van de samengestelde zin dat na het voegwoord staat.

Het belangrijkste deel van de samengestelde zin.

Een deel van een samengestelde zin waarin onderwerp en persoonsvorm niet noodzakelijk naast elkaar staan. Deze zin zegt iets over de hoofdzin.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Nevenschikkende voegwoorden zijn:

want, maar, en, of, dus

zodat, doordat, omdat, of, maar

zodat, doordat, omdat, totdat, dat

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Voegwoorden:

Woorden die twee zinnen aan elkaar voegen tot een samengestelde zin.

Woorden die je kunt vervoegen zodat ze een handeling uitdrukken.

Woorden die je gemakkelijk kunt weglaten uit een samengestelde zin.

Woorden die geen betekenis hebben.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Onderschikkende voegwoorden:

Verbinden altijd hoofdzinnen met hoofdzinnen.

Verbinden altijd bijzinnen met bijzinnen.

Verbinden altijd hoofdzinnen met bijzinnen.

Verbinden alle soorten zinnen met elkaar.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Of:

is geen voegwoord

kan zowel gebruikt worden als onderschikkend als nevenschikkend voegwoord

verbindt alleen hoofdzinnen met elkaar

verbindt alleen bijzinnen met elkaar

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?