Taal actief thema 1, les 17 - leestekens

In welke zin staan de leestekens goed?

• 'Als ik jou was, zou ik die rode kopen,' zei Saba.

• Als ik jou was, zou ik die rode kopen,' zei Saba.

In welke zin staan de leestekens goed?

• 'Ik weet niet,' twijfelde Terra, 'of ik die zwarte niet leuker vind.'

• 'Ik weet niet', twijfelde Terra, 'of ik die zwarte niet leuker vind.'

In welke zin staan de leestekens goed?

• Saba mompelde: 'Maar die knelden toch?

• Saba mompelde: 'Maar die knelden toch?'

In welke zin staan de leestekens goed?

• 'Ze zitten te strak op de wreef,' zuchtte Terra.

• 'Ze zitten te strak op de wreef', zuchtte Terra.

In welke zin staan de leestekens goed?

• 'Nou dan,' zei Saba, 'doe niet zo besluiteloos.'

• 'Nou dan', zei Saba, 'doe niet zo besluiteloos'.

In welke zin staan de leestekens goed?

• 'Ik neem toch die zwarte', zei Terra, 'ze worden vast wijder.'

• 'Ik neem toch die zwarte,' zei Terra, 'ze worden vast wijder.'