Examenzinnen 4 MAVO + 5 HAVO

Wat betekent "Qu’est ce que c’est?"

• Wat

• Wat is dat

• Wie

• Wie is dat

Wat betekent "Qu’est-ce que le deuxième alinéa nous apprend?"

• Wat maakt de tweede alinea duidelijk?

• Wat maakt de eerste alinea duidelijk?

• Begrijp je de tweede alinea?

• Wat stelt de tweede alinea voor om te doen?

Wat betekent "Qui est-ce qui…?"

• Wie..?

• Wat... ?

Wat betekent "Qui-est ce?"

• wat...?

• Wie....?

• wie is dat?

• Wat is dat?

Wat betekent "quel est l'avis?"

• Wat is het doel?

• Wat is het antwoord?

• Wat is de mening?

• Wat is de beslissing?

Wat betekent "quelle sera la conséquence?"

• Wat zal het gevolg zijn?

• Wat zal het doel zijn?

• Wat zal de mening zijn?

• Wat zal het advies zijn?

Wat betekent "qu'est-ce que l'exemple montre?"

• Wat is het gevolg?

• Wat ontdekt men?

• Wat laat het voorbeeld zien?

• Wat legt zij uit?

Wat betekent "qu'est-ce que l'auteur pense?"

• Wat denkt de auteur?

• Aan wie denkt de auteur?

• Wat ontdekt de auteur?

• Wat vraagt de auteur?

Wat betekent "d'après" ?

• aanzienlijk

• omdat

• aangezien

• volgens

Wat betekent "quelle raison donne-t-il?"

• Wat is de oorzaak?

• Welke reden geeft hij?

• Wat is het gevolg?

• Wat is de uitleg?