§4.1 scheikunde

§4.1 scheikunde

9th - 10th Grade

17 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

SO elementen en reactievergelijkingen M31

SO elementen en reactievergelijkingen M31

1st - 10th Grade

20 Qs

Formuletaal

Formuletaal

9th - 12th Grade

14 Qs

V3 - hoofdstuk 1, 2 en 5

V3 - hoofdstuk 1, 2 en 5

9th Grade

20 Qs

Zuiver stoffen

Zuiver stoffen

1st - 10th Grade

15 Qs

Test NaSk een nieuw vak

Test NaSk een nieuw vak

KG - Professional Development

16 Qs

Thema 5: Jouw wereld

Thema 5: Jouw wereld

1st - 12th Grade

16 Qs

Hoofdstuk 2 bk (stoffen en stofeigenschappen)

Hoofdstuk 2 bk (stoffen en stofeigenschappen)

8th - 10th Grade

20 Qs

H2 "Stoffen en materialen" p. 1&2 KGL

H2 "Stoffen en materialen" p. 1&2 KGL

1st - 12th Grade

16 Qs

§4.1 scheikunde

§4.1 scheikunde

Assessment

Quiz

Chemistry

9th - 10th Grade

Hard

Created by

Jolande Zijlstra

Used 7+ times

FREE Resource

17 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een stukje papier wordt aangestoken en begint te branden. Tijdens deze reactie wordt een bekerglas over het papier geplaatst. Hierdoor dooft de brand.


Waardoor stopt de verbranding?

Onder het bekerglas is het te warm

Onder het bekerglas is te weinig zuurstof

Onder het bekerglas is te veel zuurstof

Onder het bekerglas is het te koud

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een stuk hout wordt verhit in een afgesloten container. Wat zal er met het hout gebeuren?


I Het hout zal door de warmte uiteindelijk verbranden.

II Het hout zal door de warmte gaan ontleden.


Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?

Stelling I is juist

Stelling II is juist

Beide stellingen zijn juist

Geen van de stellingen is juist

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Hoe noem je een chemische reactie met zuurstof?

een ontleding

een beluchting

een verbranding

een scheidingsmethode

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Stoffen kunnen veranderen als je ze voldoende verhit.


I Stoffen kunnen sublimeren.

II Stoffen kunnen ontleden.


Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?

stelling I is juist

Stelling II is juist

Beide stellingen zijn juist

Geen van de beide stellingen is juist

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wanneer een stukje papier wordt verbrand, ontstaat er as en een witte rook.


Welke van de volgende reactieschema's is juist?

Papier(s) + zuurstof geeft as + witte rook

Papier(s) geeft as(s) + witte rook (g)

Papier (s) + zuurstof(g) geeft as(g) + witte rook(g)

Papier(s) + zuurstof(g) geeft as(s) + witte rook(g)

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten maar ook de toestandsaanduidingen.


Bekijk de volgende stellingen.

1 "In een reactieschema zet je achter vaste stoffen (l)."

2 "Vloeistoffen geef je aan met (s)."


Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?

Stelling I is juist.

Stelling II is juist

Beide stellingen zijn juist

Beide stellingen zijn onjuist

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De onzichtbare gassen koolstofdioxide en waterdamp ontstaan bij de verbranding van diesel.


Welke van de onderstaande reactieschema's is juist?

Koolstofdioxide(g) + waterdamp(g) geeft diesel(l)

Koolstofdioxide(g) + waterdamp(l) geeft diesel(l) + zuurstof(g)

diesel(l) + zuurstof(l) geeft koolstofdioxide(g) + waterdamp(g)

diesel(l) geeft koolstofdioxide(g) + waterdamp(l)

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?