De inversie

Choisis la phrase correcte

• Vanmorgen Aya gaat niet naar school.

• Vanmorgen gaat Aya niet naar school.

• Vanmorgen Aya niet naar school gaat.

Choisis la phrase correcte

• Maar heeft Lucia al een vriendje.

• Maar Lucia al heeft een vriendje.

• Maar Lucia heeft al een vriendje.

Choisis la phrase correcte

• Elke morgen Charles eet en stevig ontbijt.

• Elke morgen eet Charles een stevig ontbijt.

• Elke morgen wil eten Charles een stevig ontbijt.

Choisis la phrase correcte

• En Emma heeft ook veel te doen.

• En heeft Emma ook veel te doen

• En Emma ook heeft veel te doen

Choisis la phrase correcte

• Eerst wil Natty weten waar Judith is.

• Eerst Natty wil weten waar Judith is.

• Eerst wil weten Natty waar Judith is.

Choisis la phrase correcte

• Met de fiets gaat Bastien vlugger dan met zijn step.

• Met de fiets Bastien gaat vlugger dan met zijn step.

• Met de fiets gaan, Bastien vlugger dan met zijn step.

Choisis la phrase correcte

• Gedurende de les Alexandru mag niet meer praten.

• Gedurende de les mag praten Alexandru niet meer.

• Gedurende de les mag Alexandru niet meer praten.

Choisis la phrase correcte

• Elke morgen vertelt Vanessa een mop aan Sacha.

• Elke morgent Vanessa vertelt een mop aan Sacha.

• Elke morgen Vanessa een mop vertelt aan Sacha.

Choisis la phrase correcte

• Voor zijn test Victor wil een gouden award krijgen.

• Voor zijn test wil Victor krijgen een gouden award.

• Voor zijn test wil Victor een gouden award krijgen.

Choisis la phrase correcte

• In de klas wil Clarisse zitten op de eerste bank.

• In de klas wil Clarisse op de eerste bank zitten.

• In de klas wil Clarisse op de eerste bank gezeten.