Leren leren- week 16 herhaling (OTT-OVT)

Leren leren- week 16 herhaling (OTT-OVT)

1st Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Avoir (présent)

Avoir (présent)

KG - Professional Development

10 Qs

Meewerkend Voorwerp

Meewerkend Voorwerp

KG - University

10 Qs

ER werkwoorden au présent - première année

ER werkwoorden au présent - première année

1st - 12th Grade

14 Qs

D6L2 - Het voltooid deelwoord (onregelmatige werkwoorden)

D6L2 - Het voltooid deelwoord (onregelmatige werkwoorden)

1st Grade

12 Qs

1H/V Grandes Lignes Hfst 3

1H/V Grandes Lignes Hfst 3

1st Grade

16 Qs

LANGUAGES

LANGUAGES

1st - 12th Grade

15 Qs

NQF 1 R2 C8 on visite l'appartement

NQF 1 R2 C8 on visite l'appartement

1st - 2nd Grade

20 Qs

Herhaling jaar 1

Herhaling jaar 1

1st - 2nd Grade

16 Qs

Leren leren- week 16 herhaling (OTT-OVT)

Leren leren- week 16 herhaling (OTT-OVT)

Assessment

Quiz

World Languages

1st Grade

Easy

Created by

Stina Braem

Used 12+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist in de OVT?

Wij lachen gisteren naar elkaar.

Wij lachten gisteren naar elkaar.

Wij lachte gisteren naar elkaar.

Wij lach gisteren naar elkaar.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist in de OVT?

Hij lacht met de grappige foto.

Hij lachten met de grappige foto.

Hij lachte met de grappige foto.

Hij lach met de grappige foto.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist in de OVT?

Ik weente gisteren na het eten.

Ik ween gisteren na het eten.

Ik weenden gisteren na het eten.

Ik weende gisteren na het eten.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist in de OVT?

Jullie weenden aan het einde van de film.

Jullie weende aan het einde van de film.

Jullie weenen aan het einde van de film.

Jullie wenen aan het einde van de film.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist in de OVT?

Ik raap daarnet mijn potlood op.

Ik raapte daarnet mijn potlood op.

Ik raapten daarnet mijn potlood op.

Ik raapt daarnet mijn potlood op.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist in de OVT?

Hij raapte deze morgen zijn jas op.

Hij raapt deze morgen zijn jas op.

Hij raap deze morgen zijn jas op.

Hij raapten deze morgen zijn jas op.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist in de OVT?

Jullie zwaaiten naar meneer Ole.

Jullie zwaaiden naar meneer Ole.

Jullie zwaaien naar meneer Ole.

Jullie zwaai naar meneer Ole.

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?