Oefentoets grammatica vwo 1

In alle vraagzinnen staat de persoonsvorm helemaal voor aan de zin.

• juist

• onjuist

Het onderwerp van een zin kun je vinden door de getalproef.

• juist

• onjuist

Je kunt de persoonsvorm van een zin vinden door de zin van getal te veranderen.

• juist

• onjuist

Antoine is vreselijk aan het verliezen met Brawlstars.

Wat is het wg?

• is

• is verliezen

• verliezen

• is aan het verliezen

Het naamwoordelijk deel (nw.deel) van het naamwoordelijk gezegde bevat een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord dat een (tijdelijke) eigenschap van het […] geeft. Wat moet er op de puntjes staan?

• lijdend voorwerp

• werkwoordelijk gezegde

• onderwerp

• meewerkend voorwerp

Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is.

• juist

• onjuist

Een meewerkend voorwerp kan beginnen met aan of voor.

• juist

• onjuist

Welke woorden zijn koppelwerkwoord?

• zijn

• lijken

• brengen

• geven

Robs jongere zus blijkt een goede volleybalster te zijn.

Heeft deze zin een wg of ng?

• wg

• ng

Robs jongere zus blijkt een goede volleybalster te zijn.

Wat is het naamwoordelijk deel in deze zin?

• Robs jongere zus

• blijkt een goede volleybalster te zijn

• een goede volleybalster

• blijkt te zijn