Werkwoorden (+ zijn, hebben, worden)

Jesse leert veel bij.

Wat is het werkwoord ?

• Jesse

• leert

• veel

• bij

Laura wordt later vast een korfbal-ster.

Wat is het werkwoord ?

• Laura

• wordt

• later

• een korfbal-ster

Van 3B heeft Camille het langste haar.

Wat is het werkwoord ?

• Van 3B

• heeft

• Camille

• het langste haar

Anna speelt graag in de tuin.

Wat is het werkwoord ?

• Anna

• speelt

• graag

• in de tuin

Beau speelt graag viool.

Wat is het werkwoord ?

• Beau

• speelt

• graag

• viool

Ilhan is goed in gamen.

Wat is het werkwoord ?

• Ilhan

• is

• goed

• in gamen

In vogelpik is Leyton de beste.

Wat is het werkwoord ?

• In vogelpik

• is

• Leyton

• de beste

Millan is nu een topvoetballer.

Wat is het werkwoord ?

• Millan

• is

• nu

• een topvoetballer

In de klas heeft Yousif een wachtwoord.

Wat is het werkwoord ?

• In de klas

• heeft

• Yousif

• een wachtwoord

In de turnzaal klimt Ruben hoog in de touwen.

Wat is het werkwoord ?

• In de turnzaal

• klimt

• Ruben

• hoog

• in de touwen