De trappen van vergelijking. NT2.

De trappen van vergelijking. NT2.

1st - 12th Grade

11 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

taal actief themawoorden thema 5 les 2

taal actief themawoorden thema 5 les 2

6th Grade

10 Qs

werkwoordspelling

werkwoordspelling

1st - 10th Grade

15 Qs

Leesvaardigheid

Leesvaardigheid

1st - 3rd Grade

13 Qs

Taal Groep 5 Thema 3 Trappen van vergelijking

Taal Groep 5 Thema 3 Trappen van vergelijking

3rd - 6th Grade

15 Qs

Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking

7th - 12th Grade

16 Qs

Zinnen screenen (spelling)

Zinnen screenen (spelling)

1st Grade

10 Qs

Zinsontleding BK - Zoek de pv

Zinsontleding BK - Zoek de pv

KG - 8th Grade

10 Qs

3 VMBO BK - Tekstverbanden en Signaalwoorden

3 VMBO BK - Tekstverbanden en Signaalwoorden

9th - 10th Grade

15 Qs

De trappen van vergelijking. NT2.

De trappen van vergelijking. NT2.

Assessment

Quiz

Other

1st - 12th Grade

Medium

Created by

Erica van der Snel

Used 52+ times

FREE Resource

11 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is goed?

goed - goeder - goedst

best - bester - best

goed - beter - best

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is goed?

duur - durer - duurst

duur - duurder - duurst

duur - duurer - duurst

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Sofie weegt 50 kilo. Peter weegt 52 kilo.

Peter is zwaarder dan Sofie.

Peter is lichter dan Sofie.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Eva heeft 10 euro. Haar broer Jan heeft 8 euro.

Eva heeft meer geld dan Jan.

Eva heeft minder geld dan Jan.

Eva heeft veel geld dan Jan.

Eva heeft meest geld dan Jan.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Ik ga graag naar de bioscoop, maar ik ga............naar het theater.

grager

liefste

liever

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat past bij dit plaatje? Kijk goed!

veel - meer - meest

veel - veler - veelst

weinig - minder - minst

weinig - weiniger - weinigst

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Mijn vader is rijk, mijn oom is .......... mijn vader, maar mijn opa is het rijkst.

rijker dan

rijkst dan

rijk

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?