Herhaling: ZV op de chirugische afdeling

Herhaling: ZV op de chirugische afdeling

Professional Development

5 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Professional Development

10 Qs

Balance sheet and Liquidity & Capital management

Balance sheet and Liquidity & Capital management

Professional Development

10 Qs

Stijlfiguren en beeldspraak

Stijlfiguren en beeldspraak

Professional Development

6 Qs

Inleiding Wav

Inleiding Wav

KG - Professional Development

10 Qs

Inder 2A

Inder 2A

Professional Development

10 Qs

ISMS quiz maart

ISMS quiz maart

Professional Development

8 Qs

Beeldgeletterdheid

Beeldgeletterdheid

Professional Development

7 Qs

Hogerop

Hogerop

Professional Development

9 Qs

Herhaling: ZV op de chirugische afdeling

Herhaling: ZV op de chirugische afdeling

Assessment

Quiz

Professional Development

Professional Development

Medium

Created by

Cynthia Barremaecker

Used 51+ times

FREE Resource

5 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Pre- operatieve periode


Welke stelling is correct?

Deze afwijkende bloedwaarden wijzen op een infectie: CRP, sedimentatie en witte bloedcellen .

Bij alle patiënten gebeuren een EKG en RX thorax en een bloedafname pre-operatief.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Per-operatieve periode


Welke stelling is correct?

Bij analgesie is het bewustzijn van de patiënt verminderd, maar de patiënt is steeds wakker te maken.

Plexus anesthesie, spinale anesthesie en epidurale anesthesie zijn voorbeelden van een ruggenprik.

Spinale of rachiverdoving werkt onmiddelijk en dus sneller dan de epidurale verdoving.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Welke volgorde van 1 tot 5 is correct?

1 ruggemerg 2 arachnoidea 3 epidurale ruimte 4 dura mater 5 pia mater

1 ruggemerg 2 pia mater 3 dura mater 4 epidurale ruimte 5 spina bifida

1 ruggemerg 2 dura mater 3 epidurale ruimte 4 arachnoidea 5 pia mater

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Post- operatieve periode


I: Bij een acute bloeding observeren we eerst een vertraagde pols en daarna een versnelde pols.


II: Wanneer een acute bloeding niet behandeld wordt kan dit tot een hypovolemische shock leiden.

stelling I en II zijn waar

enkel stelling I is waar

enkel stelling II is waar

geen enkele stelling is waar

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Post-operatieve periode


I: Postoperatieve pijnstilling wordt het best op vraag gegeven wegens het riciso op verslaving.


II: Postoperatieve misselijkheid kan te wijten zijn aan pijnstilling of te snel beginnen eten en drinken.


III: Bij adominale chirurgie moet gewacht worden op flatus, voor de patiënt mag eten en drinken.

alle stellingen zijn waar

stelling I en III zijn waar

enkel stelling II is waar

stelling II en III zijn waar