3 VMBO BK - Tekstverbanden en Signaalwoorden

3 VMBO BK - Tekstverbanden en Signaalwoorden

9th - 10th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

2F Spelling december week 2

2F Spelling december week 2

KG - Professional Development

10 Qs

2F Spelling februari - week 1

2F Spelling februari - week 1

KG - University

10 Qs

Duits klas 3 H 1 + 2

Duits klas 3 H 1 + 2

1st - 10th Grade

20 Qs

Rekenen voor klas 1A

Rekenen voor klas 1A

1st - 10th Grade

15 Qs

Sinterklaas

Sinterklaas

9th - 12th Grade

10 Qs

Onderwijs

Onderwijs

7th - 11th Grade

11 Qs

Sport

Sport

KG - University

10 Qs

HS 4 Stelling van Pythagoras

HS 4 Stelling van Pythagoras

KG - University

10 Qs

3 VMBO BK - Tekstverbanden en Signaalwoorden

3 VMBO BK - Tekstverbanden en Signaalwoorden

Assessment

Quiz

Other

9th - 10th Grade

Hard

Created by

Susan van Eerden

Used 23+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Signaalwoorden die een reden of argument aangeven:

maar, toch, hoewel, echter

ook, en, verder, daarnaast

want, omdat, immers, namelijk

vergeleken met, net zoals

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Signaalwoorden die een opsomming aangeven:

want, omdat, daarom, immers

door, zodat, daardoor, doordat

vergeleken met, net zo als

en, ook, verder, daarnaast, bovendien

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Signaalwoorden die een tegenstelling aangeven:

vroeger, later, toen, nu, eerst

toch, hoewel, maar, echter

en, ook, verder, ten eerste

want, omdat, immers, daarom

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Signaalwoorden die een oorzaak-gevolg aangeven:

want, omdat, immers, daarom

maar, toch, hoewel, echter

waarmee, om te, door middel van

door, zodat, daardoor, doordat

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Signaalwoorden die een voorbeeld aangeven:

zoals, bijvoorbeeld, ter illustratie

maar, toch, hoewel, echter

waarmee, om te, door middel van

door, zodat, daardoor, doordat

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Signaalwoorden die een vergelijking aangeven:

zoals, bijvoorbeeld, ter illustratie

vergeleken met, net zo als

waarmee, om te, door middel van

door, zodat, daardoor, doordat

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

20 sec • 1 pt

Signaalwoorden die een conclusie aangeven:

zoals, bijvoorbeeld, ter illustratie

maar, hoewel, echter, integendeel

dus, kortom, concluderend

met als gevolg, zodat, daardoor, doordat

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?