26 GEEN of NIET

Welke zin is juist?

• Mijn zoon is niet thuis.

• Mijn zoon is geen thuis.

Welke zin is juist?

• Ik heb niet een huis.

• Ik heb geen huis.

• Ik heb een huis niet.

Mijn ouders hebben ... veel geld.

• niet

• geen

Mijn vriend wil... Nederlands studeren.

• geen

• niet

Welke zin is juist?

• We hebben de leraar wiskunde gezien niet.

• We hebben geen de leraar wiskunde gezien.

• We hebben niet de leraar wiskunde gezien.

• We hebben de leraar wiskunde niet gezien.

Mijn ouders hebben ... drie kinderen maar twee.

• niet

• geen

Welke zin is juist?

• Mijn broer kijkt niet graag naar de televisie.

• Mijn broer kijkt graag niet naar de televisie.

• Mijn broer kijkt graag naar geen de televisie.

• Mijn broer kijkt graag naar de televisie niet.

Mijn vriendin heeft ... lang blond haar.

• niet

• geen

Welke zin is juist?

• Mijn moeder is geen sportief.

• Mijn moeder is niet sportief.

Ik ben ... 16 jaar maar 15 jaar oud.

• geen

• niet