Quiz about rekenen groep 6

Question 1

3 x 7

Accepted Answer

21

Answer

20

Answer

14

Answer

35

Question 2

187+3=

Accepted Answer

190

Answer

191

Answer

899

Answer

177

Question 3

9+9+9

Accepted Answer

27

Answer

21

Answer

90

Answer

61

Question 4

Je zit in een race en haalt nummer twee in. Op welke positie zit je?

Accepted Answer

Tweede

Answer

Eerste

Answer

Derde

Answer

Laatste

Question 5

Je zit in een race en haalt nummer twee in. Op welke positie zit je?

Accepted Answer

Tweede

Answer

Eerste

Answer

Derde

Answer

Laatste

Question 6

Welk deel van de pizza is over?

Accepted Answer

3/5

Answer

2/5

Answer

2/4

Answer

5/10

Question 7

Je deelt deze reep met 4 vrienden. Hoeveel krijgt iedereen?

Accepted Answer

1/5

Answer

4/5

Answer

5 stukjes

Answer

1/4

Question 8

6 : 2 x 3 =

Accepted Answer

9

Answer

1

Answer

36

Answer

Het juiste antwoord staat er niet bij

Question 9

Een fietser heeft een snelheid van 24 km/uur. Wat is de afstand na  2,5 uur?

Accepted Answer

60 km

Answer

100 dm

Answer

52 m

Answer

a, b en c kloppen niet

Question 10

A=30 en B=40
C=A+B
Hoe groot is C?

Accepted Answer

70

Answer

1200

Answer

80

Question 11

Op welke dag is het minimumtemperatuur het laagst?

Accepted Answer

Dinsdag

Answer

Maandag

Answer

Woensdag

Answer

Donderdag

Question 12

Op welke dag is het minimumtemperatuur het laagst?

Accepted Answer

Dinsdag

Answer

Maandag

Answer

Woensdag

Answer

Donderdag

Question 13

Julia maakt een lijst om een schilderij. Het schilderij is 85 cm bij 55 cm.
Hoeveel meter lijst heeft Julia nodig?

Accepted Answer

2,8 m

Answer

1,4 m

Answer

140 m

Answer

280 m

Question 14

Nicolaas gaat op vakantie. Hij zit 224 minuten in de auto.
Hoeveel uren en hoeveel minuten zit hij in de auto?

Accepted Answer

3 uur en 44 minuten

Answer

2 uur en 24 minuten

Answer

2 uur en 44 minuten

Answer

4 uur en 24 minuten

Question 15

Een auto rijdt 1 op 12.
Je rijdt 60 kilometer.
Hoeveel liter benzine verbruik je?

Accepted Answer

5

Answer

3

Answer

4

Answer

6

Question 16

Meester Koen laat 10 scheetjes.
Juffrouw Pauline laat er 1.
Juffrouw Rebecca laat 4 scheetjes.
Hoeveel scheetjes zijn dat samen.

Accepted Answer

15

Answer

13

Answer

23

Answer

26

Question 17

Er zijn 100 vissen in de zee. Er gaan er 60 dood. En er worden er 15 geboren.
Hoeveel vissen zwemmen in de zee?

Accepted Answer

55

Answer

65

Answer

45

Answer

35

Question 18

Dit is een optelsom. Elk driehoekje stelt een getal voor. Welk driehoekje staat voor welk getal?

Accepted Answer

Groen=6, Blauw=4, Rood=3

Answer

Groen=1, Blauw=3, Rood=4

Answer

Groen=6, Blauw=5, Rood=3

Answer

Groen=4, Blauw=6, Rood=3

Question 19

2/5 van 10 =

Accepted Answer

4

Answer

5

Answer

2

Answer

2,5

Question 20

3/4 is hetzelfde als

Accepted Answer

6/8

Answer

3/12

Answer

1/3

Answer

1/4

Question 21

Een hele bestaat uit:

Accepted Answer

2/2

Answer

3/6

Answer

4/8

Answer

3/4

Question 22

Question 22.

Accepted Answer

25

Answer

210

Answer

110

Question 23

Klik op de goede breuk.

6/10 =

Accepted Answer

3/5

Answer

1/2

Answer

3/4

Answer

2/5

Question 24

Wat is de teller in deze breuk?

Accepted Answer

1

Answer

5

Question 25

Kies de bijbehorende breuk

Accepted Answer

2 - 5

Answer

1 - 5

Answer

5 - 2

Answer

2 - 3

Question 26

Kies de bijbehorende breuk

Accepted Answer

4 - 5

Answer

1 - 5

Answer

5 - 1

Answer

5 - 4

Question 27

Kun je deze breuk nog vereenvoudigen?

Accepted Answer

5
Ja tot -
7

Answer

20
Ja tot -
28

Answer

10
Ja tot -
14

Answer

Nee

Question 28

Bereken.

Accepted Answer

1 - 3

Answer

6 - 12

Answer

2 - 12

Answer

3 - 6

Question 29

Haal de helen uit de breuk.

Accepted Answer

1 3 - 2

Answer

3

Answer

3 3 - 6

Answer

4

Question 30

Hoeveel procent is 1/5?

Accepted Answer

20%

Answer

15%

Answer

30%

Answer

25%

Create a free account and access millions of resources

Similar Resources on Wayground

Popular Resources on Wayground

Discover more resources for Mathematics