signaalwoorden

signaalwoorden

4th Grade

25 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Genitive (possession)

Genitive (possession)

4th Grade

20 Qs

Engels Unit 1 + 2

Engels Unit 1 + 2

4th Grade

24 Qs

Vatel quizzzzzz

Vatel quizzzzzz

1st - 4th Grade

25 Qs

Words ch 5 Real Time

Words ch 5 Real Time

1st - 10th Grade

25 Qs

Rekenen metriek

Rekenen metriek

1st - 10th Grade

25 Qs

bijvoeglijk  naamwoord en bijwoord

bijvoeglijk naamwoord en bijwoord

KG - 12th Grade

21 Qs

2BK Onregelmatige werkwoorden (lijst 1) (open)

2BK Onregelmatige werkwoorden (lijst 1) (open)

KG - Professional Development

20 Qs

signaalwoorden

signaalwoorden

Assessment

Quiz

English

4th Grade

Hard

Created by

Marleen Broeksteeg

Used 10+ times

FREE Resource

25 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent 'besides'?

bovendien

als laatste

maar

in tegenstelling tot

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent 'What's more'?

maar

in tegenstelling tot

bovendien

ten slotte

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent 'because'?

maar

omdat

hoewel

daarom

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent 'actually '?

in het bijzonder

maar

daarom

eigenlijk

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent 'after all'?

per slot van rekening

kortom

daarom

maar

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent het onderstreepte woord?

Although he felt fit, he didn't study much.

maar

omdat

hoewel

dus

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent het onderstreepte woord?

Instead of going to school, he stayed in bed.

in tegenstelling tot

in plaats van

in relatie tot

inderdaad

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?