Arbeid, energie en vermogen

Arbeid, energie en vermogen

1st Grade

9 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Stoffen en materialen

Stoffen en materialen

1st - 9th Grade

9 Qs

Licht en Geluid voorbereiding toets

Licht en Geluid voorbereiding toets

KG - 12th Grade

14 Qs

Behoud van energie

Behoud van energie

KG - University

10 Qs

V1B Herhaling Wetenschap

V1B Herhaling Wetenschap

1st Grade

12 Qs

Voorkennis chemie

Voorkennis chemie

1st Grade

12 Qs

quiz 1-1

quiz 1-1

1st - 3rd Grade

10 Qs

Energie groep 7/8

Energie groep 7/8

1st - 10th Grade

10 Qs

Krachten

Krachten

1st - 12th Grade

14 Qs

Arbeid, energie en vermogen

Arbeid, energie en vermogen

Assessment

Quiz

Physics

1st Grade

Medium

Created by

Leni vb

Used 52+ times

FREE Resource

9 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Wanneer is er in de fysica sprake van arbeid op een voorwerp? Altijd wanneer:

je een kracht uitoefent, energie verliest en begint te zweten

er een kracht is en de verplaatsing niet loodrecht staat op de richting van die kracht

er een verplaatsing is

je een kracht uitoefent, energie verliest en begint te zweten

2.

MULTIPLE SELECT QUESTION

15 mins • 1 pt

Wat moet er bekend zijn om de arbeid te kunnen berekenen om een voorwerp met een constante snelheid omhoog te verplaatsen?

De hoogteverandering en de massa van het voorwerp

De hoogteverandering en de zwaartekracht op het voorwerp

De hoogteverandering en de zwaarteveldsterkte op die plaats

Geen van vorige is voldoende

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Welke definitie is juist?

De joule is de arbeid die een kracht van één newton verricht die haar aangrijpingspunt één meter verplaatst in de richting loodrecht op de kracht

De joule is de arbeid die een kracht van één newton verricht die haar aangrijpingspunt één meter verplaatst in de richting van de kracht

De joule is de kracht die een arbeid verricht van één newton

De joule is de kracht die een arbeid verricht van één newton bij een verplaatsing in de richting van de kracht

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Om een voorwerp met massa m met een constante snelheid v op een hoogte h te brengen, moet je een hoeveelheid arbeid W verrichten. Om een voorwerp met massa 3 m met een constante snelheid 3 v op een hoogte 3 h te brengen, moet je een hoeveelheid arbeid verrichten van:

6 W

9 W

27 W

81 W

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Je geeft een voorwerp van 10,0 kg een snelheid van 4,00 m/s. De arbeid die je hierbij verricht, bedraagt:

20,0 J

40,0 J

80,0 J

160 J

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Om een voorwerp met massa m vijfmaal meer snelheid te geven, moet je een hoeveelheid arbeid verrichten die:

vijfmaal groter is

tienmaal groter is

twaalf en een halve maal groter is

vijfentwintig maal groter is

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Om een onbelaste veer met krachtconstante k uit te rekken over een afstand x moet je een arbeid W verrichten. Om een veer met krachtconstante 2k uit te rekken over een afstand 3x moet je een hoeveelheid arbeid verrichten van:

2 W

6 W

12 W

18 W

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

An duwt een voorwerp met een bepaalde massa 0,40 m hoog. Bo verplaatst hetzelfde voorwerp op een horizontaal wagentje wrijvingsloos horizontaal 0,40 m. Carla geeft datzelfde voorwerp op een horizontaal wagentje zonder wrijving een snelheid van 0,40 m/s. Wie verricht de meeste arbeid?

allemaal even veel

An

An en Bo

Carla

9.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

15 mins • 1 pt

Om een veer viermaal minder uit te rekken, moet je een hoeveelheid arbeid verrichten die:

viermaal kleiner is

achtmaal kleiner is

twaalfmaal kleiner is

zestienmaal kleiner is