Persoonsvorm en tijdproef

Persoonsvorm en tijdproef

1st Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd

Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd

1st Grade

13 Qs

Woordsoorten

Woordsoorten

1st - 10th Grade

10 Qs

Open Dag

Open Dag

KG - University

10 Qs

zakelijke e-mail 3KBL

zakelijke e-mail 3KBL

KG - 3rd Grade

15 Qs

werkwoordsvormen

werkwoordsvormen

1st Grade

10 Qs

Woordsoorten 1A

Woordsoorten 1A

1st - 3rd Grade

13 Qs

De OTT/VTT - Woordvolgorde

De OTT/VTT - Woordvolgorde

1st - 5th Grade

15 Qs

Meewerkend Voorwerp

Meewerkend Voorwerp

KG - University

10 Qs

Persoonsvorm en tijdproef

Persoonsvorm en tijdproef

Assessment

Quiz

World Languages

1st Grade

Easy

Created by

Anja Joppe

Used 15+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

tt en vt zijn afkortingen voor

totdat en voordat

tegenwoordige tijd en verleden tijd

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Als je de tijd in een zin verandert, verander je......

het onderwerp

de persoonsvorm

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Met de tijdproef ....

zet je de persoonsvorm in een andere tijd.

maak je meervoud.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

  1. Emma installeert een app op haar telefoon.
  2. Emma installeerde een nieuwe app op haar telefoon.


Kies het antwoord dat klopt:

Zin 1 en 2 zijn allebei tegenwoordige tijd.

Zin 1 en 2 zijn allebei verleden tijd.

Zin 1 is tegenwoordige tijd, zin 2 is verleden tijd.

Zin 1 is verleden tijd, zin 2 is tegenwoordige tijd.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Zin: Mijn vader luistert naar muziek.

Als je de tijdproef doet, krijg je:

Mijn vader luistert niet naar muziek.

Mijn vader luisterde naar muziek.

Mijn vader luistert naar muziek.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Zin: De hond gaf een poot.


Als je de tijdproef doet, krijg je:

De kat gaf een poot.

De hond gaf pootjes.

De hond geeft een poot.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Zin: De fietsen staan in de stalling.


Als je de tijdproef doet, krijg je:

De fietsen stonden in de stalling.

De fiets staat in de stalling.

De fiets is weg.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?