4TL geschiedenis vormvragen

4TL geschiedenis vormvragen

4th Grade

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

WO quiz

WO quiz

3rd - 4th Grade

8 Qs

Havo2 Terugblik 4.1 en 4.2 2020-2021

Havo2 Terugblik 4.1 en 4.2 2020-2021

1st - 10th Grade

8 Qs

De industriële samenleving

De industriële samenleving

1st - 5th Grade

7 Qs

De Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog

KG - University

10 Qs

7.1 De Verlichting

7.1 De Verlichting

1st Grade - Professional Development

11 Qs

5h gs H1.1 vanaf 'De inquisitie'

5h gs H1.1 vanaf 'De inquisitie'

KG - Professional Development

10 Qs

Tijdvak 8 -  begrippen en personen

Tijdvak 8 - begrippen en personen

1st - 12th Grade

10 Qs

H4 Krachten van de natuur (Herhalen 4.1/4.2)

H4 Krachten van de natuur (Herhalen 4.1/4.2)

1st - 10th Grade

10 Qs

4TL geschiedenis vormvragen

4TL geschiedenis vormvragen

Assessment

Quiz

History

4th Grade

Medium

Created by

F N

Used 9+ times

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Voorbeeld van een vraag:

Hieronder staan vijf grondrechten waar het parlement gebruik van kan maken.

Welke twee grondrechten mogen alleen door de Tweede Kamer worden gebruikt?


Uit hoeveel onderdelen bestaat je antwoord op deze vraag?

1 onderdeel

2 onderdelen

3 onderdelen

4 onderdelen

2.

MULTIPLE SELECT QUESTION

2 mins • 1 pt

Voorbeeld van een vraag:

Welke van de onderstaande personen gaf in Nederland opdracht tot het maken van een nieuwe grondwet in 1848?

Kies het juiste antwoord en schrijf alleen de letter op.

A. Willem I

B. Willem II

C. Willem III

D. Thorbecke


Wat voor soort antwoord dien je op het antwoordvel te geven?

een naam

een letter

een naam en letter

een naam of een letter

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Voorbeeld van een vraag:

Gebruik bron 1.

Hieronder staan vijf rechten weergegeven.

a. recht van initiatief

b. recht van amendement

c. recht van budget

d. recht van interpellatie

e. recht van enquête

In de bron worden vier situaties weergegeven waarbij een parlementslid zich beroept op één van bovenstaande rechten.

Geef per situatie aan welk recht bij de juiste situatie hoort.

Let op! Er blijft één recht over.


Hoeveel combinaties worden er gevraagd om als antwoord te noteren?

één combinatie

twee combinaties

drie combinaties

vier combinaties

vijf combinaties

4.

MULTIPLE SELECT QUESTION

2 mins • 1 pt

Voorbeeld van een vraag:

In de tweede helft van de negentiende eeuw was er sprake van de 'sociale kwestie'.

Leg uit wat deze 'sociale kwestie' inhield. Doe dit in maximaal 50 woorden.

Gebruik in je antwoord de vier volgende begrippen: industrialisatie - emancipatie - werkeloosheid - leef-en werkomstandigheden


Aan wat voor eisen moet je antwoord voldoen?

meerdere antwoorden mogelijk

Je antwoord moet minstens uit 50 woorden bestaan

Je antwoord mag hoogstens 50 woorden lang zijn

Ik moet zorgen dat alle begrippen in mijn antwoord staan

Ik kies alleen de bruikbare begrippen in mijn antwoord

Ik zorg dat de begrippen een logisch verband met elkaar hebben

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Voorbeeld van een vraag:

Gebruik bron 2

Tijdens de schoolstrijd waren een aantal politieke groepen met elkaar aan het ruziën. Deze groepen hadden andere belangen en zodoende lagen hun wensen ook uit elkaar.

Geef een reden uit de bron die laat zien dat politieke samenwerking moeilijk was.

Geef ook twee redenen uit de bron die laten zien dat deze samenwerking wel mogelijk was.


Wat voor soort antwoord wordt er van je verlangd te geven op de vraag?

Ik moet twee redenen geven: één vóór en één tegen samenwerking

Ik moet uit de bron een reden geven waarom samenwerking moeilijk was

Ik moet drie redenen geven waarom samenwerking mogelijk was

ik moet een reden geven voor de moeilijke samenwerking en twee reden voor een mogelijke samenwerking

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Voorbeeld van een vraag:

Tijdens de pacificatie van 1917 werden een aantal langdurende conflicten opgelost en afspraken gemaakt.

Geef een voorbeeld van een economische afspraak die tijdens de pacificatie werd gemaakt.


Wat voor soort antwoord wordt er van je gevraagd?

een voorbeeld dat over rechten gaat

een voorbeeld waarbij het bestuur en regelgeving een rol speelt

een voorbeeld dat met geld te maken heeft

een voorbeeld waarbij religie een rol van betekenis speelt

een voorbeeld waar normen en waarden in naar voren komen