Grammaticaproject 5 (Klas 3) diagnostische toets

Grammaticaproject 5 (Klas 3) diagnostische toets

1st - 3rd Grade

22 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

2KGT Tekstverbanden en signaalwoorden

2KGT Tekstverbanden en signaalwoorden

1st - 12th Grade

20 Qs

Taal Thema 5 Les 10

Taal Thema 5 Les 10

1st - 12th Grade

20 Qs

Les 35: enkelvoudige en samengestelde zinnen

Les 35: enkelvoudige en samengestelde zinnen

1st Grade

25 Qs

Verwijswoorden

Verwijswoorden

2nd Grade

18 Qs

Taal Thema 6 les 5

Taal Thema 6 les 5

1st - 12th Grade

20 Qs

Taal Actief groep 5 thema 7 les 5

Taal Actief groep 5 thema 7 les 5

2nd - 3rd Grade

19 Qs

Werkwoordspelling klas 2

Werkwoordspelling klas 2

2nd Grade

23 Qs

Leesvaardigheid

Leesvaardigheid

1st - 12th Grade

21 Qs

Grammaticaproject 5 (Klas 3) diagnostische toets

Grammaticaproject 5 (Klas 3) diagnostische toets

Assessment

Quiz

Other

1st - 3rd Grade

Hard

Created by

Barbera Van Haeften

Used 35+ times

FREE Resource

22 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

In welke tijd staat de volgende zin?


De onderwijsraad vergaderde tot 's avonds laat over de moeilijke vraagstukken.

onvoltooid tegenwoordige tijd

onvoltooid verleden tijd

voltooid tegenwoordige tijd

voltooid verleden tijd

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

In welke tijd tijd staat de volgende zin?


Mijn oom heeft weer heerlijk voor iedereen gekookt.

onvoltooid tegenwoordige tijd

onvoltooid verleden tijd

voltooid tegenwoordige tijd

voltooid verleden tijd

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke zin staat in de bedrijvende vorm?

Vorige week kan het bestuur de rapporten geven

De rapporten kunnen volgende week door het bestuur gegeven worden

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke zin staat in de lijdende vorm?

Het boek wordt door de man aan de buurvrouw gegeven

De buurvrouw krijgt een boek van de buurman

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Als je de zin in de lijdende vorm zou veranderen, welke werkwoorden (in de juiste vorm) moet je dan gebruiken?


De docent maakt een moeilijke toets voor de leerlingen

heeft gemaakt

had gemaakt

wordt gemaakt

werd gemaakt

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Als je de zin in de lijdende vorm zou veranderen, welke werkwoorden (in de juiste vorm) moet je dan gebruiken?


De hovenier verzorgde alle planten in de pas aangelegde tuin.

worden verzorgd

werden verzorgd

zijn verzorgd

waren verzorgd

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Waaraan herken je een bijzin?

Er staat weinig informatie in.

Er staat geen onderwerp in.

Er kan een ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan.

De persoonsvorm staat altijd achteraan in de zin.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?