Noteer steeds van het onderstreepte woord de woordsoort.
"Anniek heeft gisteren gevoetbald op het ronde plein."
Nederlands: grammatica hoofdstuk 3
Quiz
•
Janneke Kesteren
•
World Languages
•
1st Grade
•
7 plays
•
Easy
12 questions
Show all answers
1.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Noteer steeds van het onderstreepte woord de woordsoort.
"Anniek heeft gisteren gevoetbald op het ronde plein."
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
2.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Noteer steeds van het onderstreepte woord de woordsoort.
"Anniek heeft gisteren gevoetbald op het ronde plein."
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
3.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Noteer steeds van het onderstreepte woord de woordsoort.
"Anniek heeft gisteren gevoetbald op het ronde plein."
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
4.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Noteer steeds van het onderstreepte woord de woordsoort.
"Anniek heeft gisteren gevoetbald op het ronde plein."
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
5.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Noteer van het onderstreepte woord welke woordsoort het is.
"De rode kater is wel vaker weggelopen van huis."
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
6.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Noteer van het onderstreepte woord welke woordsoort het is.
"De rode kater is wel vaker weggelopen van huis."
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
7.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Noteer van het onderstreepte woord welke woordsoort het is.
"De rode kater is wel vaker weggelopen van huis."
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
Explore all questions with a free account
10 questions
1hv: pv - zd - lw - zn
Quiz
•
1st Grade
15 questions
1e klas - le passé composé
Quiz
•
1st Grade
10 questions
Zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord of koppelwerkwoord?
Quiz
•
1st Grade
13 questions
Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd
Quiz
•
1st Grade
16 questions
meervoud, verkleinwoordjes en bijvoeglijke nw
Quiz
•
KG - 12th Grade
14 questions
D1L1 - ronde 9 - ronde ronde
Quiz
•
1st Grade
12 questions
Nederlands H4: Grammatica
Quiz
•
1st Grade
16 questions
Idioom Quiz A-D
Quiz
•
1st Grade
19 questions
Naming Polygons
Quiz
•
3rd Grade
14 questions
Prime Factorization
Quiz
•
6th Grade
20 questions
math review
Quiz
•
4th Grade
21 questions
6th Grade Math CAASPP Practice
Quiz
•
6th Grade
20 questions
Reading Comprehension
Quiz
•
5th Grade
20 questions
Types of Credit
Quiz
•
9th - 12th Grade
35 questions
4th Grade Math SOL Review
Quiz
•
4th Grade
20 questions
Taxes
Quiz
•
9th - 12th Grade