6STW - oefeningen ERB

6STW - oefeningen ERB

12th Grade

5 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Geluidssnelheid 2e klas

Geluidssnelheid 2e klas

12th Grade

10 Qs

quiz A4 Energie 5

quiz A4 Energie 5

12th Grade

10 Qs

Nask h5 Elektriciteit

Nask h5 Elektriciteit

KG - University

8 Qs

Biologie: Anticonceptie

Biologie: Anticonceptie

KG - 12th Grade

8 Qs

Lesafsluiting Natuurkunde

Lesafsluiting Natuurkunde

9th - 12th Grade

7 Qs

seizoenen

seizoenen

KG - University

6 Qs

Beweging

Beweging

6th - 12th Grade

10 Qs

6STW - oefeningen EVRB

6STW - oefeningen EVRB

12th Grade

7 Qs

6STW - oefeningen ERB

6STW - oefeningen ERB

Assessment

Quiz

Physics

12th Grade

Hard

Created by

Jeroen De Vos

Used 4+ times

FREE Resource

5 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Een fietser rijdt onafgebroken gedurende 3 uur. Hij legt in totaal 60 km af. Hij heeft daarbij elk uur 20 km afgelegd.

Dan is zijn beweging een ERB

Dan is zijn beweging eenparig, maar niet noodzakelijk rechtlijnig

Dan kan je niet zeggen dat zijn beweging eenparig en/of rechtlijnig is

Dan is zijn beweging rechtlijnig, maar niet noodzakelijk eenparig

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Welke beweringen i.v.m. de beweging voorgesteld in deze grafiek, zijn juist?

Bij deze beweging verandert de afstand recht evenredig met de tijd

Bij deze beweging is de baan rechtlijnig

Dit is een ERB

Deze beweging is eenparig, maar hoeft niet rechtlijnig te zijn

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee identieke auto’s die aan mekaar vasthangen met een koord, bewegen naar rechts met een snelheid v. Wat is dan de snelheid van de achterste auto wanneer de koord doorgesneden wordt? (We verwaarlozen de wrijving.)

0

2v

v

v/2

met deze gegevens niet te berekenen

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Welke uitspraak is juist?

De snelheid van 1 is groter dan die van 2

De snelheid van 1 is kleiner dan die van 2

De snelheden zijn niet te vergelijken

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Wanneer een voorwerp in rust is, dan weet je zeker dat:

er geen enkele kracht op inwerkt

de resultante van alle krachten die erop inwerken gelijk is aan de

zwaartekracht op het voorwerp

dit voorwerp te zwaar is om in beweging te komen

de som van de krachten die erop werken nul is