3H Werkwoorden

3H Werkwoorden

University

30 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Examentraining Nederlands V6

Examentraining Nederlands V6

12th Grade - Professional Development

31 Qs

Spelling college 4

Spelling college 4

University - Professional Development

32 Qs

Help 3, les 1

Help 3, les 1

University

25 Qs

Het meervoud

Het meervoud

University

25 Qs

Woordenschat OP4

Woordenschat OP4

12th Grade - University

25 Qs

Chapitre 6

Chapitre 6

KG - University

27 Qs

Toets H5

Toets H5

University

28 Qs

2H onlinePW K3 en K4

2H onlinePW K3 en K4

University

26 Qs

3H Werkwoorden

3H Werkwoorden

Assessment

Quiz

World Languages

University

Medium

Created by

Enrico Somers

Used 2+ times

FREE Resource

30 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Vervoeg het werkwoord op de puntjes in het Duits in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

LET OP: de werkwoorden staan in het Nederlands.


1. (hebben) - Diesen Film .......... Mehmet schon gesehen.

habe

hat

habt

haben

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Vervoeg het werkwoord op de puntjes in het Duits in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

LET OP: de werkwoorden staan in het Nederlands.


2. (zijn, worden) - Es .......... gestern abend doch noch spät .......... .

sein, werden

sind, gewerden

ist, geworden

bin, geworden

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Vervoeg het werkwoord op de puntjes in het Duits in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

LET OP: de werkwoorden staan in het Nederlands.


3. (zullen) - Ich .......... die Ferien in Marokko verbringen.

soll

werde

bin

habe

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Vervoeg het werkwoord op de puntjes in het Duits in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

LET OP: de werkwoorden staan in het Nederlands.


4. (worden) - Rosemarie .......... von ihrem Freund geküsst.

wird

werd

word

ward

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Vervoeg het werkwoord op de puntjes in het Duits in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

LET OP: de werkwoorden staan in het Nederlands.


5. (hebben) - Wir .......... diese Woche viele Hausaufgaben .

hat

hast

habt

haben

6.

FILL IN THE BLANK QUESTION

45 sec • 1 pt

Vervoeg het werkwoord op de puntjes in het Duits in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

LET OP: de werkwoorden staan in het Nederlands.


6. (hebben) - .......... du den Lehrer nicht verstanden?

7.

FILL IN THE BLANK QUESTION

45 sec • 1 pt

Vervoeg de werkwoorden op de puntjes in het Duits in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

LET OP: de werkwoorden staan in het Nederlands.


7. (zijn, worden) - Leider .......... meine Freundin krank ..........

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?