Modale werkwoorden

Vertaal het volgende werkwoord naar het Nederlands: können

Vertaal het volgende werkwoord naar het Nederlands: wollen

Vertaal het volgende werkwoord naar het Nederlands:

sollen

Vertaal het volgende werkwoord naar het Nederlands: müssen

Vertaal het volgende werkwoord naar het Duits: zou graag willen

Vertaal het volgende werkwoord naar het Duits:

houden van, lusten

Vertaal het volgende werkwoord naar het Duits:

weten

Vertaal het volgende werkwoord naar het Duits:

mogen, toestemming hebben

Vervoeg het werkwoord in de juiste vorm:

Ich..... Tomatensuppe und Salat. (mögen)

Vervoeg het werkwoord in de juiste vorm:

Wir.............. jetzt nach Hause fahren. (möchten)