We gaan beginnen met de toets. De eerste vraag gaat over het deel "Zaden van groei". Hierbij krijg je telkens een voorbeeld en jij moet aanduiden of dit een voorbeeld is van 'gave', 'opgave' of 'groeien'.
Voorbeeld 1: Mijn vader is dol op basketbal. Toen ik oud genoeg was, schreef hij me in. Hij bracht me elke week 2x naar de training. Tot nu toe blijft hij me nog steeds hierin steunen.