Digoxine Training

Digoxine Training

Professional Development

5 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

De Quiztus III (Ronde 3)

De Quiztus III (Ronde 3)

Professional Development

8 Qs

De Quizlink (I)

De Quizlink (I)

Professional Development

8 Qs

De Late Quiz (I)

De Late Quiz (I)

Professional Development

7 Qs

Luchtweginfecties bij kinderen

Luchtweginfecties bij kinderen

Professional Development

7 Qs

De Quiztus III (Ronde 1)

De Quiztus III (Ronde 1)

Professional Development

8 Qs

Halloween 2

Halloween 2

Professional Development

8 Qs

De Quiztus III (Ronde 2)

De Quiztus III (Ronde 2)

Professional Development

8 Qs

Het Überbrein (III)

Het Überbrein (III)

Professional Development

10 Qs

Digoxine Training

Digoxine Training

Assessment

Quiz

Arts

Professional Development

Medium

Created by

Jacoline Kooistra

Used 9+ times

FREE Resource

5 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Vraag 1: Welke klepafwijking is een reden om een patiënt niet te includeren?

Ernstige (graad III/III) aortaklepstenose

Ernstige (graad III/III) mitralisklepinsufficientie

Ernstige (graad III/III) mitralisklepstenose

Geen, een klepafwijking is geen reden om een patiënt niet te includeren

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Vraag 2: je patiënt is opgenomen in het ziekenhuis vanwege decompensatio cordis. Je wordt geattendeerd op een eGFR van 15 ml/min. Op de poli was dit nog 40 ml/min. Wat zijn nu de juiste stappen?

Niets, behandeling van hartfalen is de taak van de zaalarts

Je prikt op de verpleegafdeling een digoxinespiegel, deze is leidend voor de juist IMP dosering

Je stopt direct de studiemedicatie en herstart na ontslag wanneer het hartfalen weer stabiel is. Voor de nieuwe startdosering gelden dezelfde regels als voor de startdosering op bij randomisatie.

Voor de zekerheid halveer je de studiemedicatie, dan zal het met de nierfunctie wel weer goedkomen.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vraag 3: digoxine wordt gehaald uit vingerhoedskruid. Op welke van de volgende foto’s zie je vingerhoedskruid.

Media Image
Media Image
Media Image
Media Image

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Vraag 4: Vorige maand heb je mw. K geïncludeerd. Zij is 78 jaar, heeft een ejectiefractie van 45% op basis van een doorgemaakt infarct. Ze gebruikt geen interacterende medicatie. Haar eGFR is 47 ml/min. Hierom ben je gestart met 0.1 mg IMP per dag.

Het is vrijdagmiddag, de uitslagen van de DECISION komen terug. De spiegel van je patiënt is 0.4, wat nu?

Deze spiegel is te laag, de dosering gaat naar 0.2 mg en je ziet mw. weer voor haar Maand 6 visite

De spiegel is goed, voor vrouwen heb je liever een wat lagere spiegel

De spiegel is te laag, maar je houdt haar toch op 0.1 mg, ze heeft immers nierfunctiestoornissen.

De spiegel is te laag, de dosering gaat naar 0.2 mg en je ziet mw. over 4 weken voor een unscheduled visite en een nieuwe spiegel.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Vraag 5: je wordt door de cardioloog geattendeerd op een polipatiënt de geschikt is voor deelname. Sterker nog, er is een balletje opgegooid en de patiënt is zeer geïnteresseerd. Maar, zegt de cardioloog, eerst moet de spironolacton nog even naar 50, daarna is hij op maximale medicamenteuze therapie. Wanneer kun je de patiënt randomiseren?

meteen, optitratie van spironolacton staat hier los van

over 14 dagen, mits de spironolacton verdragen wordt op deze dosering

Over een maand, voor het geval de spironolacton weer afgebouwd wordt.

De patiënt kan niet gerandomiseerd worden. Spironolacton is een van de ‘ prohibited medications’.