3 Basis leesvaardigheid 3-5

3 Basis leesvaardigheid 3-5

1st Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Frans Lidwoord 1

Frans Lidwoord 1

1st Grade

20 Qs

Controlevragen H1 Argumenteren

Controlevragen H1 Argumenteren

1st - 5th Grade

18 Qs

De verleden tijd

De verleden tijd

1st Grade

15 Qs

Klas 1 Chapitre 3 Voc 3.6

Klas 1 Chapitre 3 Voc 3.6

1st Grade

10 Qs

Spanish Cumulative Review Part 2

Spanish Cumulative Review Part 2

KG - University

20 Qs

woordenschat deel 1 (Nieuw Traject  2XL)

woordenschat deel 1 (Nieuw Traject 2XL)

1st Grade - University

10 Qs

trema meervoud

trema meervoud

KG - 7th Grade

17 Qs

bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

KG - 1st Grade

15 Qs

3 Basis leesvaardigheid 3-5

3 Basis leesvaardigheid 3-5

Assessment

Quiz

World Languages

1st Grade

Practice Problem

Hard

Created by

Heleen Zoethout

Used 6+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content in a minute

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Bij een overtuigende tekst

geef jij als lezer je mening

geeft de schrijver zijn mening

is de mening niet belangrijk

zijn alleen de feiten belangrijk

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In de inleiding van een overtuigende tekst

staan alleen feiten en verder niets

staat alleen een mening en verder niets

worden argumenten uitgelegd

geeft de schrijver zijn mening en wordt het 'probleem' geïntroduceerd/

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In de kern van een overtuigende tekst...

staan de argumenten uitgelegd

wordt de mening ven de schrijver herhaald

herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening

gebruikt de schrijver nooit meer dan één alinea

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In het slot van een overtuigende tekst

komen allerlei nieuwe standpunten aan bod

worden argumenten uitgelegd

wordt de mening van de schrijver geïntroduceerd

herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk van de onderstaande signaalwoorden geeft een voorbeeld aan?

dan ook

kortom

bijvoorbeeld

want

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk van de onderstaande signaalwoorden geeft een conclusie aan?

kortom

zo

zoals

omdat

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk van de onderstaande signaalwoorden geeft een reden aan?

zoals

kortom

dus

vanwege

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?