't Klokhuis groep 6 blok 5 - werkwoordstijden

In welke tijd staat de zin?

Zij heeft een glaasje melk besteld.

• tegenwoordige tijd

• verleden tijd

• voltooide tijd

In welke tijd staat de zin?

Het verhaal bevond zich af in de middeleeuwen.

• tegenwoordige tijd

• verleden tijd

• voltooide tijd

In welke tijd staat de zin?

De ring glimt in het licht.

• tegenwoordige tijd

• verleden tijd

• voltooide tijd

Wat zijn de werkwoorden in de zin?

De kat is in de bosjes verdwenen.

Wat zijn de werkwoorden in de zin?

Lily verzendt de brief.

Wat zijn de werkwoorden in de zin?

Het water is helemaal bevroren.