woordsoorten

woordsoorten

8th - 12th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

NT2 2.1 Spreken over vroeger (het imperfectum)

NT2 2.1 Spreken over vroeger (het imperfectum)

12th Grade

10 Qs

Live op de planken

Live op de planken

8th Grade

17 Qs

Werkwoorden tegenwoordige tijd

Werkwoorden tegenwoordige tijd

6th Grade - University

20 Qs

Naamwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde

7th - 9th Grade

13 Qs

Tussen -n / -s

Tussen -n / -s

10th Grade

15 Qs

Bijvoeglijk naamwoord + uiterlijk

Bijvoeglijk naamwoord + uiterlijk

1st - 8th Grade

12 Qs

thema 5 TA/groep 8

thema 5 TA/groep 8

8th Grade

15 Qs

Taal Actief groep 7/thema 4

Taal Actief groep 7/thema 4

7th - 8th Grade

18 Qs

woordsoorten

woordsoorten

Assessment

Quiz

World Languages

8th - 12th Grade

Medium

Created by

Maaike Bouwkamp

Used 808+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Dat zegt iets over een ander woord.

Dat zegt iets over een werkwoord.

Dat zegt iets over de staat van de zin.

Dat zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar is een bijvoeglijk naamwoord vetgedrukt?

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welke zin is het zelfstandig naamwoord vetgedrukt?

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welke zin is het zelfstandig werkwoord vetgedrukt?

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar is een voorzetsel vetgedrukt?

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

Die lieve hond poepte op straat.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar is het hulpwerkwoord vetgedrukt?

Heeft het leuke jongetje haar gepest?

Heeft het leuke jongetje haar gepest?

nergens

Heeft het leuke jongetje haar gepest?

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar is het bepaalde lidwoord vetgedrukt?

Heeft het leuke jongetje haar gepest?

Heeft het leuke jongetje haar gepest?

Heeft het leuke jongetje haar gepest?

nergens

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?