LWEO - vwo5 - Marktresultaat en overheidsinvloed H1 en H2

LWEO - vwo5 - Marktresultaat en overheidsinvloed H1 en H2

5th Grade

17 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

El Cambio Climático en Centroamerica

El Cambio Climático en Centroamerica

5th Grade

15 Qs

Les 1 - Persoonlijke identiteitsontwikkeling volgens Erikson

Les 1 - Persoonlijke identiteitsontwikkeling volgens Erikson

5th Grade

16 Qs

Kennismaking humane wetenschappen

Kennismaking humane wetenschappen

5th Grade

20 Qs

Vraag en Aanbod VWO 4

Vraag en Aanbod VWO 4

4th - 5th Grade

21 Qs

§1 Vancouver in beeld

§1 Vancouver in beeld

1st - 12th Grade

18 Qs

2021 introductie

2021 introductie

1st - 10th Grade

16 Qs

Normen en waarden

Normen en waarden

3rd - 10th Grade

13 Qs

TIG Lassen Quiz

TIG Lassen Quiz

3rd Grade - University

16 Qs

LWEO - vwo5 - Marktresultaat en overheidsinvloed H1 en H2

LWEO - vwo5 - Marktresultaat en overheidsinvloed H1 en H2

Assessment

Quiz

Education, Social Studies

5th Grade

Hard

Created by

Irene Vries, de

Used 2+ times

FREE Resource

17 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Twee beweringen over betalingsbereidheid.

I. Als Ton voor een bepaalde auto € 7.000 wil betalen, bedraagt zijn betalingsbereidheid € 7.000.

II. Als Ton die bepaalde auto uiteindelijk kan kopen voor € 6.400, bedraagt zijn ruilwinst € 600. Welke bewering(en) is/zijn goed?

Beide zijn goed

I is goed

II is goed

Beide zijn fout

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Twee beweringen over maatschappelijke kosten/baten.

I. Bij de kosten-batenanalyse van een investeringsproject zijn de toekomstige baten lastig in een geldbedrag uit te drukken.

II. Bij de kosten-batenanalyse van een investeringsproject Y bij de gemeente Tilburg, kijkt de gemeente Tilburg of de maatschappelijke baten groter zijn dan de maatschappelijke kosten

Welke bewering(en) is/zijn goed?

Beide zijn goed

I is goed

II is goed

Beide zijn fout

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Twee beweringen over Pareto-efficiënt.

I. Als door een transactie de ruilwinst van Pieter stijgt en die van Frans gelijk blijft was de oorspronkelijke situatie Pareto-efficiënt.

II. Als door een herverdeling de ruilwinst van Pieter daalt en die van Frans meer stijgt ontstaat er een Pareto-efficiënte situatie.

Welke bewering(en) is/zijn goed?

Beide zijn goed

I is goed

II is goed

Beide zijn fout

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Twee beweringen over doelmatigheid.

I. Het totale surplus is een maatstaf voor doelmatigheid op een markt

II. Meer markttransacties vergroten de doelmatigheid op een markt.

Welke bewering(en) is/zijn goed?

Beide zijn goed

I is goed

II is goed

Beide zijn fout

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Jens werkt iedere zaterdagmorgen bij garage Van Dorst van 8.30 uur tot 12.30 uur; hij verdient € 8,50 per uur en voor minder dan € 3,50 zou hij het niet doen. Van het verdiende bedrag gaat hij eens in de 14 dagen naar de voetbalwedstrijd van zijn favoriete voetbalclub NAC en een ‘avondje NAC’ beleven wat hem € 35 waard is. Volgende week zaterdag is de bekerwedstrijd NAC - PSV; het kaartje voor een wedstrijd kost € 30.

De ruilwinst voor Jens bij de garage (per werkdag) bedraagt ...I.... en voor de bekerwedstrijd NAC - PSV bedraagt deze ...II.... .

I = € 20; II = € 35

I = € 5; II = € 30

I = € 5; II = € 5

I = € 20; II = € 5

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Op een veilingsite ‘vakantiehuisje te huur’ wordt een vakantiehuisje aangeboden voor een Pinksterweekend voor € 250. De familie van Zon doet een bod van € 200; na enkele biedingen van andere geïnteresseerden heeft de familie van Zon het huisje gecontracteerd voor € 225 voor het Pinksterweekend. Twee beweringen hierover.

I. Het producentensurplus is € 25 lager geworden dan de verhuurder gehoopt had.

II. De betalingsbereidheid van de familie van Zon is onbekend.

Welke bewering(en) is/zijn goed?

Beide zijn goed

I is goed

II is goed

Beide zijn fout

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Twee beweringen over octrooien.

I. Het kunnen verkrijgen van een octrooi stimuleert innovaties.

II. Octrooien leiden op korte termijn tot verloren surplus.

Welke bewering(en) is/zijn goed?

Beide zijn goed

I is goed

II is goed

Beide zijn fout

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?