Er / daar met prepositie

Er / daar met prepositie

10th Grade - University

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

ei of ij

ei of ij

9th - 12th Grade

10 Qs

Modaliteit

Modaliteit

12th Grade

7 Qs

Meewerkend Voorwerp

Meewerkend Voorwerp

KG - University

10 Qs

3 mavo spelling uit Leswijs 2.4

3 mavo spelling uit Leswijs 2.4

12th Grade

10 Qs

Avoir (présent)

Avoir (présent)

KG - Professional Development

10 Qs

Preposities NN535

Preposities NN535

12th Grade - University

10 Qs

Nederlands in actie H1

Nederlands in actie H1

12th Grade

10 Qs

Avoir - présent

Avoir - présent

KG - University

9 Qs

Er / daar met prepositie

Er / daar met prepositie

Assessment

Quiz

World Languages

10th Grade - University

Hard

Created by

Rita Niland

Used 3+ times

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

FILL IN THE BLANK QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image

Maak de zinnen korter door ‘er’ of ‘daar’ te gebruiken.

1. Ik doe de CD in de Cd-speler en ik luister naar de CD.

2.

FILL IN THE BLANK QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image

Maak de zinnen korter door ‘er’ of ‘daar’ te gebruiken.

2. Hij heeft vorig jaar een ongeluk gehad. Hij praat nu elke dag over het ongeluk.

3.

FILL IN THE BLANK QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image

Maak de zinnen korter door ‘er’ of ‘daar’ te gebruiken.

3. Mijn zoontje heeft voor zijn verjaardag een autootje gekregen van zijn vriendje. Hij kan echt

urenlang spelen met het autootje.

4.

FILL IN THE BLANK QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image

Maak de zinnen korter door ‘er’ of ‘daar’ te gebruiken.

4. Dit is echt een handig apparaat, want je kunt met het apparaat printen, scannen en faxen.

5.

FILL IN THE BLANK QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image

Maak de zinnen korter door ‘er’ of ‘daar’ te gebruiken.

5. Hij schenkt de koffie in een beker en doet melk en suiker bij de koffie.

6.

FILL IN THE BLANK QUESTION

5 mins • 1 pt

Media Image

Maak de zinnen korter door ‘er’ of ‘daar’ te gebruiken.

6. Ja, ik heb je e-mail gelezen en zal morgen antwoord geven op je e-mail.