Kleuren NASK

Als een voorwerp wit is worden …… kleuren …….

• enkele     geabsorbeerd

• alle     geabsorbeerd

• enkele     teruggekaatst      

• alle  teruggekaatst

Als een voorwerp zwart is worden …… kleuren …….

• enkele     geabsorbeerd

• alle     geabsorbeerd

• enkele     teruggekaatst      

• alle  teruggekaatst

Je schijnt rood licht op een wit voorwerp.

Dan wordt de …. kleur wordt teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• rode  rood

• rode  wit

• rode  blauw

Je schijnt blauw licht op een wit voorwerp.

Dan wordt de kleur ... teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• blauwe  rood

• rood  wit

• blauw  blauw

Je schijnt groen licht op een wit voorwerp.

Dan wordt de kleur ... teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• groen  groen

• groen  wit

• groen  zwart

Je schijnt wit licht op een wit voorwerp.

Dan wordt de kleur ... teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• wit  rood

• wit  wit

• wit  blauw

Je schijnt wit licht op een blauw voorwerp.

Dan wordt de kleur ... teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• wit  rood

• wit  wit

• wit  blauw

Je schijnt rood licht op een blauw voorwerp.

Dan wordt ..... kleur teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• geen  zwart

• geen  wit

• de blauwe  blauw

Je schijnt rood licht op een zwart voorwerp.

Dan wordt ..... kleur teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• de rode  rood

• geen  zwart

• de rode  wit

Je schijnt rood licht op een groen voorwerp.

Dan wordt ..... kleur teruggekaatst.

Je ziet een … voorwerp.

• geen  zwart

• geen  wit

• de rode  rood