NT2 Regular verbs & pronouns (1)

• zij spelt

• zij werkt

• zij hoort

• zij vraagt

Please, sir, can I ask you something?

• ik vraag

• ik volg

• ik vraagt

• ik volgt

They live

• jullie missen

• wij spreken

• zij wonen

• ze horen

Tip: Is it a man/woman? And what does he do?

• Zij werkt

• Hij hoort

• Zij kijkt

• Hij zoekt

'Are you listening?'

Tip: in what order do you see the Subject & Verb?

• luistert je?

• zoek je?

• luister je?

• zoekt je?

..... je thuis?

ja, ik ..... thuis.

• mis-mist

• mis-mis

• mist-mist

• mist-mis

'they follow the leader'

• zij volgt

• wij volgen

• jullie volgen

• zij volgen

Which one does NOT apply here?

Tip: what verb is not compatible with the speech bubble?

• zij spreekt

• zij zegt

• zij zoekt

• zij vraagt

..... jullie in Amsterdam? Nee, wij ... in Eindhoven.

Which one is NO option, meaning-wise?

• heten - heten

• wonen - wonen

• werken - werken

Waar is mijn bril? Ik ...... mijn bril.

(where are my glasses? I am looking for my glasses)

• hoor

• werk

• zoek

• kijk