Woordleer

De leerlingen gaan op uitstap naar de Ster.

• Werkwoord

• Zelfstandig naamwoord

• Bijwoord

• Voegwoord

Daarna gingen ze terug naar huis.

• Voegwoord

• Voorzetsel

• Werkwoord

• Zelfstandig naamwoord

Voor welke woordsoort kan je een lidwoord/ bijvoeglijk naamwoord plaatsen?

• Zelfstandig naamwoord

• Voegwoord

• Werkwoord

• Voorzetsel

Deze, die, dat zijn:

• Voegwoorden

• Voorzetsels

• Aanwijzende voornaamwoorden

• Werkwoorden

Alles had een kleur gekregen, behalve de sneeuw.

• Zelfstandig naamwoord

• Bijvoeglijk naamwoord

• Lidwoord

• Werkwoord

Tenslotte bleef voor de sneeuw geen kleur over.

• Voegwoord

• Werkwoord

• Aanwijzend voornaamwoord

• Voorzetsel

Toen ging de sneeuw naar de roos en smeekte: 'Mag ik een beetje van jouw rode kleur?'

• Zelfstandig naamwoord

• Bijvoeglijk naamwoord

• Bijwoord

• Voorzetsel

Het lieve bloempje heeft geantwoord: 'Tuurlijk mag dat.'

• Hoofdwerkwoord

• Zelfstandig naamwoord

• Voorzetsel

• Hulpwerkwoord

Tenslotte een strikvraag: Wie gaf de sneeuw haar kleur?

• Aanwijzend voornaamwoord

• Hulpwerkwoord

• Bijvoeglijk naamwoord

• Vragend voornaamwoord

Welk woord zegt iets over het werkwoord of het bijvoeglijk naamwoord?

• Voorzetsel

• Voornaamwoord

• Bijwoord

• Voegwoord