Verbuigingen: verkleinwoorden

Verbuigingen: verkleinwoorden

3rd - 4th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

2F Spelling - november week 1

2F Spelling - november week 1

KG - Professional Development

10 Qs

2F Spelling september week 2

2F Spelling september week 2

KG - Professional Development

10 Qs

Spelling - PLOT

Spelling - PLOT

1st - 10th Grade

13 Qs

Naamwoordelijk gezegde - Deel 1

Naamwoordelijk gezegde - Deel 1

4th Grade

10 Qs

Wat weet jij van het schoolvak Nederlands?

Wat weet jij van het schoolvak Nederlands?

1st - 10th Grade

15 Qs

2F Spelling 13 - 17 november

2F Spelling 13 - 17 november

KG - University

10 Qs

2F Spelling februari - week 1

2F Spelling februari - week 1

KG - University

10 Qs

2F Spelling december week 2

2F Spelling december week 2

KG - Professional Development

10 Qs

Verbuigingen: verkleinwoorden

Verbuigingen: verkleinwoorden

Assessment

Quiz

Other

3rd - 4th Grade

Medium

Created by

PH LEFIEF

Used 7+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Geef het verkleinwoord van winterkoning. (dat is een vogel, geen vorst)

winterkoningetje

winterkoningkje

winterkoninkje

winterkongingtje

Answer explanation

Media Image

Regel 1 bij de verkleinwoorden, maar wel in combinatie met die andere spellingsregel waarbij de 'g' verdwijnt na een 'ng' gevolgd op 'k'.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Het verkleinwoord van baby is:

baby'tje

babietje

babytje

baby'je

Answer explanation

Media Image

Regel 3 bij de verkleinwoorden!

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Een kleine opa is een:

opatje

opa'tje

opaatje

opa'je

Answer explanation

Media Image

Regel 2 bij de verkleinwoorden!

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Een klein café is een:

café'tje

caféetje

cafeetje

cafétje

Answer explanation

Media Image

Regel 2 bij de verkleinwoorden! (en let op de verdubbeling van de klinker en het wegvallen van het accent!)

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Het verkleinwoord van een ski is:

ski'tje

skietje

skitje

skie'tje

Answer explanation

Media Image

Regel 2 bij de verkleinwoorden! (en let op de klinker die erbij inkomt i.p.v. de verdubbeling)

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

verkleinwoord van een slee:

sletje

sleetje

slee'tje

sle'tje

Answer explanation

Media Image

Regel 1 bij de verkleinwoorden!

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

verkleinwoord van een taxi:

taxi'tje

taxietje

taxitje

taxie'tje

Answer explanation

Media Image

Regel 2 bij de verkleinwoorden! (en let op de klinker die erbij inkomt i.p.v. de verdubbeling)

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?