Ophalen stof communicatie

Ophalen stof communicatie

1st Grade

9 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

2F Spelling september week 2

2F Spelling september week 2

KG - Professional Development

10 Qs

2F Spelling januari - week 2

2F Spelling januari - week 2

KG - University

10 Qs

2F Spelling december week 2

2F Spelling december week 2

KG - Professional Development

10 Qs

2F Spelling oktober week 3

2F Spelling oktober week 3

KG - Professional Development

10 Qs

Leesvaardigheid

Leesvaardigheid

1st - 3rd Grade

13 Qs

Zinsontleding BK - Zoek de pv

Zinsontleding BK - Zoek de pv

KG - 8th Grade

10 Qs

pictogrammen oefenen

pictogrammen oefenen

1st - 4th Grade

10 Qs

Tijd & ruimte

Tijd & ruimte

1st - 3rd Grade

12 Qs

Ophalen stof communicatie

Ophalen stof communicatie

Assessment

Quiz

Other

1st Grade

Hard

Created by

Ruuth Verhoeff

Used 2+ times

FREE Resource

9 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

Ik steek mijn duim omhoog naar een collega. Welke vorm van communicatie is dit?

Verbaal

Non-verbaal

Minimaal

Normaal

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

Ik roep naar een collega: Bon dia, bon siman! Wat voor vorm van communicatie is dit?

Verbaal

Non-verbaal

Normaal

Minimaal

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

Maak het communicatiemodel af: zender - boodschap - ....

reflectie

externe ruis

interne ruis

ontvanger

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

De airconditioning staat te loeien waardoor ik mijn collega niet goed kan verstaan. Dit is een voorbeeld van:

interne ruis

miscommunicatie

externe ruis

reflectie

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

Ik heb ontzettend slecht geslapen, omdat mijn kindje ziek was. Ik moest er vier keer uit om haar te troosten. Daardoor ben ik moe en neem ik niet alles in me op tijdens het werkoverleg. Dit is een voorbeeld van:

reflectie

miscommunicatie

externe ruis

interne ruis

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

Wat betekent "coderen" in communicatie?

Je zet je gedachten en gevoelens om in woorden en beelden.

Je maakt door bepaalde codes duidelijk wat je bedoelt.

Je spreekt een soort geheimtaal met je collega.

Je programmeert op de computer een programma.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

"De kinderopvang op Bonaire moet gratis worden." Dit is een voorbeeld van een:

standpunt

argument

stelling

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

"Ik ben het er mee eens dat de kinderopvang op Bonaire gratis moet worden, want..." Dit is een voorbeeld van:

stelling

standpunt

argument

9.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 5 pts

"Omdat de lonen niet gelijk zijn, moet de kinderopvang op Bonaire voor iedereen toegankelijk zijn." Dit is een voorbeeld van:

stelling

standpunt

argument