Begrippen Amsterdam deel 2

Begrippen Amsterdam deel 2

6th - 8th Grade

23 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Begrippen groep 6 Amsterdam deel 1

Begrippen groep 6 Amsterdam deel 1

6th - 8th Grade

22 Qs

Taal Actief Groep 6 Thema 6 Woordenschat deel 1

Taal Actief Groep 6 Thema 6 Woordenschat deel 1

4th - 6th Grade

18 Qs

Grammatica | Ontleden

Grammatica | Ontleden

5th - 8th Grade

20 Qs

PIT 6 H1

PIT 6 H1

4th - 6th Grade

20 Qs

woordenschat Thema 4

woordenschat Thema 4

6th Grade

20 Qs

Staal Familie les 1 groep 7

Staal Familie les 1 groep 7

7th Grade

20 Qs

Taal Actief Spelling Groep 6 Parkeerweekdictee 4 - Werkwoorden

Taal Actief Spelling Groep 6 Parkeerweekdictee 4 - Werkwoorden

4th - 6th Grade

20 Qs

SPELLING F.B.E woorden pagina 8

SPELLING F.B.E woorden pagina 8

6th Grade

20 Qs

Begrippen Amsterdam deel 2

Begrippen Amsterdam deel 2

Assessment

Quiz

World Languages

6th - 8th Grade

Medium

Created by

Margreeth Mooijweer

Used 3+ times

FREE Resource

23 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welk woord past het best bij het plaatje?

de hoogbouw

het monument

het portiek

de galerij

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

de bovenwoning

een woning in een deel van een gebouw, bijvoorbeeld in een flat.

een woning die niet op de begane grond ligt.

een huis dat geschikt is voor een gezin.

een gebouw waar lange tijd niemand woont of werkt.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

de buitenwijk

waar verschillende landen mee te maken hebben.

grachten die in een 1/2 cirkel om het centrum liggen.

parken en plantsoenen in een woonwijk.

een wijk aan de rand van een dorp of stad.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

de criminaliteit

het plegen van misdaden.

aan de politie vertellen dat er een misdaad is geweest.

het kopen van spullen waarvan je weet dat ze gestolen zijn.

hinder, je hebt ergens last van.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

de cultuur

de manier waarop een volk leeft.

het land waar je bij hoort.

plaats of land waar iemand is geboren.

oorspronkelijk, zoals het vroeger was.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

de eengezinswoning

een huis dat geschikt is voor een gezin.

een woning in een deel van een gebouw.

een woning die niet op de begane grond is.

flats.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

de aangifte

een de politie vertellen dat er een misdaad is geweest.

het kopen van spullen waarvan je weet dat ze gestolen zijn.

de overdekte ingang van een gebouw.

de voorkant van een gebouw.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?

Discover more resources for World Languages