Kies uit: die, deze, dit, dat

Het boek ... daar ligt, is erg spannend.

• die

• deze

• dit

• dat

Kies uit: die, deze, dit, dat

Hier zijn de sneakers ... je zocht.

• die

• deze

• dit

• dat

Kies uit: die, deze, dit, dat

Er loopt een koe op de snelweg. ... is erg gevaarlijk.

• die

• deze

• dit

• dat

Kies uit: die, deze, dit, dat

Rob kocht een nieuwe kano, ... hij op internet had gezien.

• die

• deze

• dit

• dat

Kies uit: die, deze, dit, dat

Het bankje ... daar staat, zit erg lekker.

• die

• deze

• dit

• dat

Kies uit: als, dan

Femke is even oud ... ik.

• als

• dan

Kies uit: als, dan

Het is deze lente kouder ... vorige lente.

• als

• dan

Kies uit: als, dan

Mijn zusje is veel jonger ... ik.

• als

• dan

Kies het juiste woord.

Hopelijk word ik niet zo ziek als ...

• hij

• hem

Kies het juiste woord.

Zij hebben meer planten in de tuin dan ...

• wij

• ons