TON - introductieles

TON - introductieles

1st Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Être - Zijn

Être - Zijn

1st Grade

13 Qs

Wiederholung der - die - das

Wiederholung der - die - das

1st - 3rd Grade

15 Qs

Klas 1 - Chap 1 - Voc 1.1 + 1.2

Klas 1 - Chap 1 - Voc 1.1 + 1.2

1st - 2nd Grade

10 Qs

1 basis spelling hst 1 + 2

1 basis spelling hst 1 + 2

1st Grade

15 Qs

Spelling werkwoorden

Spelling werkwoorden

KG - University

10 Qs

1e klas - le verbe être et les verbes en -er

1e klas - le verbe être et les verbes en -er

1st Grade

10 Qs

Klas 1 Chapitre 3 Voc 3.1 + 3.2 + 3.3

Klas 1 Chapitre 3 Voc 3.1 + 3.2 + 3.3

1st Grade

12 Qs

Samenvattingquiz Taalverzorging

Samenvattingquiz Taalverzorging

1st Grade

12 Qs

TON - introductieles

TON - introductieles

Assessment

Quiz

World Languages

1st Grade

Practice Problem

Medium

Created by

Lisa Vereecken

Used 6+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content in a minute

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

  1. Hoeveel mensen in de wereld spreken Nederlands?

  1. 30 miljoen

  1. 24 miljoen

  1. 12 miljoen

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

  1. Hoeveel mensen in België spreken Nederlands?


    TIP: op 1 januari 2020 had België bijna 11,5 miljoen inwoners.

  1. 10,3 miljoen

  1. 6,5 miljoen

  1. 4,2 miljoen

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

  1. Wat is de juiste top 4 van de meest gesproken talen ter wereld?

  1. Mandarijn, Spaans, Engels, Arabisch

  1. Mandarijn, Spaans, Engels, Frans

  1. Mandarijn, Engels, Frans, Turks

  1. Mandarijn, Russisch, Engels, Spaans

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

  1. Het Nederlands is de officiële taal in:

  1. 2 landen

  1. 4 landen

    1. 6 landen

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

  1. Je kan Nederlands als vreemde taal volgen op de universiteit in:

  1. 40 landen

  1. 25 landen

    1. 15 landen

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

  1. Welke uitspraak is juist?

  1. Het Standaardnederlands omvat ook het dialect.

  1. Dialect is een streektaal.

    1. Dialect is jongerentaal.

  1. Als je geen Standaardtaal spreekt, dan praat je dialect.

7.

OPEN ENDED QUESTION

3 mins • 1 pt

Het Standaardnederlands in België en Nederland kan verschillen in betekenis. Wat betekenen volgens jou volgende ‘Nederlandse’ woorden:


  • chippen”: __________

“vluchtstrook”: __________

Evaluate responses using AI:

OFF

Answer explanation

  • chippen”: elektronisch betalen

vluchtstrook”: pechstrook

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

Already have an account?