check-out 10.5

check-out 10.5

University

5 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

DC Scientists Q 1

DC Scientists Q 1

University

10 Qs

Symposium

Symposium

University

10 Qs

Anatomia (1)

Anatomia (1)

University

10 Qs

Moleculaire Biologie - Prokaryote genexpressie

Moleculaire Biologie - Prokaryote genexpressie

University - Professional Development

10 Qs

Bacteriën en Schimmels

Bacteriën en Schimmels

1st Grade - Professional Development

10 Qs

Opendag HAN Docentenopleiding Biologie

Opendag HAN Docentenopleiding Biologie

University

6 Qs

MARCOM quiz 2.0 (week 3)

MARCOM quiz 2.0 (week 3)

University

9 Qs

Evolutie

Evolutie

KG - University

7 Qs

check-out 10.5

check-out 10.5

Assessment

Quiz

Biology

University

Hard

Created by

A Koldewijn

Used 1+ times

FREE Resource

5 questions

Show all answers

1.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

ADI
Toxicologen hebben onderzoek gedaan aan bepaalde stoffen die in ons voedsel zitten. Van die stoffen hebben zij berekend hoeveel je ervan binnen kunt krijgen zonder dat je er ziek van wordt. Deze hoeveelheid (in mg/kg lichaamsgewicht) wordt aangegeven met de ADI (Aanvaardbare Dagelijkse Inname). De ADI voor sulfiet is 0,7 mg/kg lichaamsgewicht.
Roos krijgt van opa een doosje rozijnen. Deze rozijnen bevatten gemiddeld 240 mg sulfiet per kg. Roos weegt 11 kilo. Een (kinder)handje rozijnen weegt gemiddeld 15 gram.

Hoeveel handjes rozijnen kan Roos eten zonder de ADI voor sulfiet te overschrijden?

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Sommige voedingsstoffen worden vanuit de dunne darm eerst in de lymfevaten opgenomen en vervolgens afgevoerd naar de grote bloedsomloop.

In welk van onderstaande bloedvaten worden deze voedingsstoffen het eerst aangetroffen?

bovenste holle ader

leverader

onderste holle ader

poortader

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Over het transport van verteringsproducten in darmvlokken worden de volgende beweringen
gedaan:
1 de verteringsproducten die in het bloed worden opgenomen, zijn in het algemeen beter
oplosbaar in water dan verteringsproducten die in de lymfe worden opgenomen;
2 een deel van de verteringsproducten wordt via diffusie en een deel via actief transport uit
dekweefselcellen van de dunne darm in het bloed opgenomen;
3 het al dan niet verzadigd zijn van de vetzuren bepaalt of deze in de lymfe of in het bloed worden opgenomen.

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?

1 en 2

1 en 3

2 en 3

1, 2 en 3

4.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

In welk type organel vindt hydrolyse van eiwitten meestal plaats?

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vitamine D stimuleert de opname van calcium, een belangrijk bestanddeel van botten, vanuit het verteringsstelsel in het bloed.
Vanuit welk deel van het verteringsstelsel wordt vitamine D voornamelijk in het bloed opgenomen?

blinde darm

dikke darm

dunne darm

maag