Werkwoorden in het Nederlands

Wat is de OTT?

• Onvoltooid verleden tijd

• onvoltooid tegenwoordige tijd

• voltooid verleden tijd

• voltooid tegenwoordige tijd

Wat is de OVT?

• Onvoltooid tegenwoordige tijd

• voltooid tegenwoordige tijd

• onvoltooid verleden tijd

• voltooid verleden tijd

Vervoeg in de OVT: Gisteren ... (gaan) je niet naar school.

Vervoeg in de OTT: Vandaag ... (gaan) ik niet zwemmen.

Wat is de VTT?

• Passé composé

• imparfait

• présent

• futur simple